Melkureumgetal als stuur bijvoeding in weideseizoen
Als het melkureumgetal onder de 15 daalt tijdens weidegang, is dat een signaal voor veehouders om het aandeel onbestendig eiwit (OEB) in de bijvoeding te verhogen.
Dat blijkt uit waarnemingen in het project Amazing Grazing. Lopende dat project blijkt dat het ureumgehalte in de melk varieerde, terwijl de voederwaarde van het gras op basis van samenstelling nauwelijks varieerde. Blijkbaar zijn er verschillen in de eiwitverteerbaarheid gedurende het jaar en ook tussen jaren. Deze verschillen komen tot uiting in het melkureumgehalte.
Zicht op ureumgehalte
Omdat veehouders geen zicht hebben op de vers gras-samenstelling, maar wel in het ureumgehalte, kunnen ze toch sturen op eiwitniveau en aanbod om zo de benutting zo hoog mogelijk te houden.
Eiwitrijk gras opnemen
De waarneming is een bijvangst in de onderzoeksvraag of koeien gestimuleerd worden om meer eiwitrijkgras op te nemen als het rantsoen, door opzettelijk krap eiwit in de bijvoeding te verstrekken, een tekort aan pensafbreekbaar eiwit bevat. Dit blijkt niet het geval.