Foto: Koos Groenewold RundveeNieuws

Onderzoek kalf op wormen binnen week na opstallen

Een bloedonderzoek om te bepalen of jongvee behandeld moet worden tegen besmetting met maagworm moet uiterlijk tot een week na het opstallen plaatsvinden. Dat meldt de Gezondheidsdienst voor Dieren in Deventer.

Het gaat om bloedonderzoek naar het pepsinogeengehalte. Dat onderzoek kan individueel of via poolonderzoek, van bloed van 5 dieren uit dezelfde diergroep. Het pepsinogeengehalte geeft inzicht in welke mate een dier op dat moment (nog) schade ondervindt van maag-darmwormlarven, en daarmee ook of behandeling zinvol en nodig is.

Besmetting niet altijd duidelijk zichtbaar

Om problemen met maagdarmwormen bij volwassen koeien te voorkomen, is het gewenst dat de opbouw van weerstand al plaatsvindt als het dier nog jong is. De kalveren doen deze weerstand tegen maagdarmwormen op na afloop van het eerste weideseizoen, met zo min mogelijk schade door deze besmetting.

De Gezondheidsdienst wijst erop dat een besmetting met maag-darmwormen niet altijd even duidelijk te zien is. De belangrijkste verschijnselen zijn verlies aan eetlust, achteruitgang van de algehele conditie, verlies van lichaamsgewicht, een ruw haarkleed of diarree.

Vaak is het op het oog niet duidelijk of en in hoeverre er een besmetting heeft plaatsgevonden.

Beheer
WP Admin