Het drogestofgehalte in mest loopt op door het hogere aandeel vast voedsel dat vleeskalveren krijgen. RundveeNieuws

SMG verwerkt minder mest

Stichting Mestverwerking Gelderland (SMG) verwerkt dit jaar waarschijnlijk minder vleeskalvermest dan in 2016.

De oorzaak daarvan is het opnieuw gestegen drogestofgehalte in de aangeleverde mest. Dat meldt vakblad ‘De Kalverhouder’.

De hoeveelheid zal wel boven de 700.000 ton zijn, maar zal het niveau van 2016, toen er 736.000 ton kalvermest is verwerkt, niet halen. De hoeveelheid ligt wel boven die van de jaren 2012-2015. SMG is de grootste kalvermestverwerker van de totale productie van rond 3 miljoen ton per jaar.

Minder capaciteit installatie

Volgens SMG is het drogestofpercentage van de aangeleverde mest gestegen naar 4,5%. Dat is behoorlijk meer dan in 2016, toen het gemiddelde drogestofgehalte op 3,8% lag. Door de toename loopt de capaciteit van de installatie iets terug.

SMG waarschuwt kalverhouders dat de afzetkosten voor bedrijven wel zullen oplopen door het aanleveren van mest met een hoger drogestofgehalte.

Hogere krachtvoergift

SMG denkt dat de toename in droge stof veroorzaakt wordt door de hogere krachtvoergift aan kalveren. Steeds meer voerfirma’s, handelaren en integraties voeren de hoeveelheid vast voer op. Dit proces is al jaren gaande, meldt SMG. Ter vergelijking: in 1998 was het gemiddelde drogestofgehalte in de mest nog maar 2%.

Beheer
WP Admin