EU zal interventiepoeder behoedzaam verkopen

Mageremelkpoeder uit de Europese intervetnievoorraad komt pas weer terug op de markt wanneer de markt dat aankan en er geen nieuwe verstoringen door worden veroorzaakt.

Dit zei Jens Schaps, directeur markten en observatoria bij DG landbouw van de Europese Commissie op een bijeenkomst van de Europese zuivelhandel in Amsterdam.

Europa heeft momenteel nog zo’n 350.000 ton mageremelkpoeder in interventie. Eind vorig jaar pobeerde de commissie om een deel daarvan weer te verkopen. Dat was met weinig succes. Slechts 40 ton werd verkocht. De commissie wil de voorraad ooit een keer verkopen, maakte schaps duidelijk. De poeder vertegenwoordigt een waarde van zo’n € 700 miljoen, maar het staat tegelijkertijd ook voor een enorme melkplas van zo’n 3,5 miljard kilo melk. Dat kan de markt verstoren als het de markt op wordt geduwd, en dat wil de commissie niet doen.

Melkproductie voorkomen

Schaps vertelde ook dat nieuwe lessen zijn getrokken uit de voorbije zuivelcrisis. Zo is uit de drie melkreductieprogramma’s gebleken dat het soms heel effectief en ook financieel aantrekkelijk kan zijn om melkproductie te voorkomen.

Schaps sprak verder zijn steun uit voor het pleidooi van de Europese zuivelindustrie en handel om te streven naar een handelsovereenkomst met China, die op zuivelgebied gelijkwaardig is aan de handelsovereenkomst die Nieuw-Zeeland heeft met China. Nu wordt Europese import nog gehinderd door een extra hoog importtarief.