Nederlandse melkveehouder betaalt 3% rente

De Nederlandse melkveehouder betaalt met gemiddeld 3% de laagste rente over zijn leningen vergeleken met melkveehouders in andere exporterende zuivellanden.

Samen met Franse en Deense bedrijven betalen Nederlandse melkveebedrijven 3% rente. Dit is het laagste van alle belangrijke Europese zuivellanden. In Duitsland betalen melkveehouders rond 5% en in Ierland bijna 8% rente. Maar de omvang van de lening is Ierland veel lager, € 900 per koe, terwijl deze in Nederland op ruim € 8.000 per koe ligt.

Buiten Europa hebben typische melkveebedrijven in belangrijke zuivellanden te maken met een hoger rentepercentage dan in Nederland. In de Verenigde Staten, Australië en Nieuw-Zeeland betalen melkveehouders rond 6% rente over hun lening. Ook hier geldt dat de omvang van de lening kleiner is dan in Nederland. In de VS en Australië is dat rond € 2.500 per koe en in Nieuw Zeeland is deze ongeveer € 4.700 per koe.

Argentijnse boer betaalt meeste rente

Argentinië kent met 18 % de hoogste rente. Argentijnse melkveehouders betalen dus zes keer zoveel voor het lenen van geld dan de Nederlandse veehouders. Uit de database van IFCN blijkt dat het typische Argentijnse bedrijf nauwelijks leningen heeft. Vanwege de hoge rente financieren Argentijnse bedrijven investeringen vooral met eigen geld. De hoge rente remt zo de ontwikkelingsmogelijkheden van deze bedrijven.