Frans zuivelbedrijf Lactalis verdedigt zich

Het Franse Lactalis, het grootste kaasbedrijf van Europa, verdedigt zich tegen de voortdurende aanvallen van melkveehouders. Volgens Lactalis gaat het in de melkveehouderij ‘bovenal om een crisis van de overproductie’. Het bedrijf noemt de houding van de boerenbonden onverantwoordelijk.

De Franse boerenkoepel FNSEA en de aan hem gelieerde jonge boerenbond Jeunes Agriculteurs voeren al weken actie bij verschillende vestigingen van Lactalis, tegen de in hun ogen te lage melkprijzen. Ook wordt regelmatig gedemonstreerd tegen Lactalis-producten, zoals Président kaas en boter, in grote supermarkten. Vorige week haalde een groep boeren nog een winkelwagen vol van die producten weg om ze buiten gratis uit te delen.

Protestactie bij hoofdkwartier Lactalis

Als hoogtepunt van hun demonstraties hebben de bonden voor maandag een grote protestactie aangekondigd bij het hoofdkwartier van Lactalis in Laval, in de buurt van Rennes. Verwacht wordt dat daar enkele honderden boeren op af zullen komen; niet alleen melkveehouders maar ook varkens- en rundveehouders die hun steun komen betuigen.

De boeren stellen dat Lactalis gemiddeld 25,7 cent per liter betaalt, terwijl hun productiekosten op 35 cent per liter liggen. Zij benadrukken ook dat Lactalis als marktleider de toon kan zetten en dat andere zuivelbedrijven een goed voorbeeld zullen volgen. Maar de kaasgigant stelt dat de boeren geen oog hebben voor de realiteit van de markt. “Ze richten zich op één bedrijf in het bijzonder met hun onverantwoorde uitspraken.”

Lactalis: overproductie grootste boosdoener

De grootste boosdoener is volgens de Franse onderneming de overproductie: “Onder de grote melkproducenten is Frankrijk degene waar de melkprijs niet alleen op het hoogste niveau ligt, maar ook hoger is dan de prijs bij onze Europese concurrenten, met name Duitsland als grootste producent in Europa. Willen we een Frankrijk als melkland buiten de markt, met een sterke vermindering van de volumes en van het aantal melkveehouders, of willen we een landbouw die tot de leiders in Europa blijft behoren?”