<em>Foto: Mark Pasveer</em> RundveeNieuws

Kalverhouderij heeft uitdaging aan verder verlagen antibioticagebruik

De daling in het antibioticagebruik stagneert, meldde de Stichting Authoriteit Diergeneesmiddelen (SDA) afgelopen maandag. Over 2015 lag het aantal dierdagdoseringen (DDDA) voor blankvleeskalveren gemiddeld op 25,1, rosé starterbedrijven op 82,7, rosé afmest op 2,7 en rosé gecombineerd op 11,8.

Voor de vleeskalverhouderij werd afgelopen jaar zelfs een lichte stijging in het gebruik geconstateerd. Ten opzichte van referentiejaar 2009 ligt het antibioticagebruik 35% lager, over 2014 was dat nog 37%. De kalverhouderij startte echter al in 2007 en gebruikt ten opzichte van dat jaar 43,9% minder. De lichte stijging in het gebruik heeft volgens Eric van der Velden, dierenarts bij DAP Thewi en voorzitter van de Vakgroep Gezondheidszorg Vleeskalveren van de KNMvD, meerdere redenen. De kalverhouderij kampte afgelopen jaar met forse leegstanden. Daardoor was het aantal gemiddeld aanwezige kalveren lager dan voorgaande jaren. Feit is dat de jongste kalveren het meest behandeld worden, wat op jaarbasis dus een vertekend beeld kan geven. De sector heeft dit bij de SDa aangekaart en over 2016 wordt gerekend over anderhalf jaar, zodat er dan met twee hele mestrondes gerekend wordt.

Salmonella

Op gezondheidsgebied krijgen vleeskalveren steeds meer te maken met salmonella. Dit komt over de hele mestperiode voor, maar er zijn pieken in zowel de opstartperiode als de afmestfase. Vooral die laatste weken zijn funest voor het aantal DDDA, omdat bij zware kalveren de antibiotica rekenkundig sterker meetellen, dus hogere DDD dan werkelijk voorzien. Dit wordt versterkt als er zelfs een tweede kuur nodig blijkt.

Een verdere verlaging van het antibioticagebruik is een flinke uitdaging voor de sector. Iets wat volgens Van der Velden best lastig kan worden: “Al het gemakkelijk plukbare fruit hebben we wel te pakken. We zitten nu aan de max van ons kunnen.” Van der Velden vestigt rond de terugdringing zijn hoop op het project ‘Vitaal kalf’, waaraan de kalversector samen met de melkveehouderij werkt. Door daarin alle factoren in het traject van de dracht tot het slachten in beeld te brengen, moeten risicofactoren naar voren worden gebracht waar beter op kan worden ingespeeld.

Werk maken van BVD

Daarnaast doet Van der Velden een oproep om nu eindelijk werk te maken van BVD. Dat is een van de grootste boosdoeners in de kalverhouderij, waarbij niet zozeer het virus zelf als alle andere mogelijk optredende ziekteverwekkers door de weerstandsdaling van een kalf kalverhouders tot antibioticagebruik dwingen.

Beheer
WP Admin