‘Wij willen uitsluitend Nederlands biomelk’

Echt zorgen over een teveel aan biologische melk maakt directeur Ben Wevers van CZ Rouveen zich niet. Ongetwijfeld is de verhoogde belangstelling op dit moment om in biomelk te gaan mede ingegeven door de slechte marktsituatie voor gangbare melk, maar de zuivelmarkt kan wel een beetje meer biomelk erbij gebruiken.

Bent u niet bang dat die ruim 20 cent verschil tussen gangbare en biologische melk wel heel veel gelukzoekers aantrekt?

“Het prijsverschil kan wel groot zijn, maar je maakt ook extra kosten. Bovendien moet biologische productie bij je passen. Wij stimuleren omschakeling naar biologische productie heel stevig. Als enige in de zuivel betalen wij ook voor het tweede jaar een omschakelingspremie. Toch hebben we uit eigen gelederen niet veel omschakelaars.”

Dus de groei van het aantal biologische melkveehouders zal wel meevallen?

“Er komen er wel bij, maar de markt groeit ook goed. Wijzelf groeien elk jaar tussen de 10 en 15% in biologisch. We bedienen diverse markten met onze eigen merk Bastiaansen en via onze samenwerking met kaashandel Van der Sterre. Ik denk dat wij inmiddels de grootste producent van biokaas zijn in Nederland.”

Waar haalt Rouveen dan de melk vandaan als maar weinig eigen leden omschakelen?

“Wij laten nieuwe leden toe. Dat doen we omdat we het aandeel bijkoop van melk willen verminderen. Wij willen 85 tot 90% van de  biologische melk van eigen leden betrekken. Nu zit dat percentage op ongeveer 80.”

Nu heeft Rouveen ongeveer 35 miljoen kilo biomelk van 50 eigen leden, terwijl er nog 8 tot 9 miljoen kilo wordt bijgekocht. Doen jullie dat in de regio?

“Wij halen biomelk op in heel Oost en Noord-Nederland. Als wij bijkopen, willen we uitsluitend Nederlandse biomelk hebben. Met Engelse of Franse melk zouden onze kwaliteitsmensen toch wel problemen hebben.”

De biotoeslag bij Rouveen is nu gelijk aan de afstand tussen de gangbare garantieprijs en de  bio-garantieprijs van FrieslandCampina. Waarom?

“Ik heb lang beweerd dat de biologische kaasprijzen en ook andere kaasprijzen altijd mee zouden bewegen met de prijzen voor gewone kaas. De laatste jaren zien we dat het anders gaat. Eerst bij de geitenkaas, daarna bij de biologische kaasprijzen. De markt voor biologische zuivel is een eigenstandige markt geworden.”