LTO: evenwichtsbemesting fosfaat noodzakelijk voor bodemvruchtbaarheid

Melkveehouders moeten wat betreft fosfaat evenwichtsbemesting kunnen toepassen om de bodemvruchtbaarheid op peil te houden. Dat meldt LTO Noord-projecten op basis van een drie jaar durende pilot evenwichtsbemesting.

Het doel van deze pilot is dat melkveebedrijven het gebruik van meststoffen (dierlijk en kunstmest) afstemmen op de onttrekking uit de bodem, zodat zowel een verrijking als een verschraling van de landbouwgronden met fosfaat wordt voorkomen. De 150 deelnemers laten een negatief fosfaatbodemoverschot zien.

Sinds begin 2014 konden individuele bedrijven zich aanmelden voor bedrijfsspecifieke fosfaatgebruikersnormen (BEP). Hierbij kregen ondernemers, die gemiddeld over drie jaar meer fosfaat afvoeren dan aanwenden, de mogelijkheid om bedrijfsspecifieke fosfaatbemesting uit te voeren. Om aan te tonen dat de afvoer hoger is dan de forfaitaire bemestingsnorm, was de voorwaarde dat de Kringloopwijzer werd ingevuld.

Doel van BEP-pilot

Het doel van de BEP-pilot was om het mogelijk te maken dat bedrijven tot een evenwichtsbemesting komen, op een hoger niveau dan de huidige forfaitaire gebruiksnormen mogelijk maken. De pilot loopt tot en met 2017.

De gemiddelde forfaitaire fosfaatnorm op de BEP-pilotbedrijven lag in 2015 op 82 kilo per hectare, in 2014 op 86 kilo per hectare en in 2013 op 85 kilo per hectare. De bedrijfsspecifieke fosfaatnorm was echter in 2015 97 kilo per hectare, in 2014 113 kilo per hectare en in 2013 90 kilo per hectare, en was gemiddeld over drie jaar 101 kilo per hectare. De piek in de fosfaatnorm in 2014 is te verklaren door het groeizame weer.