Soepeler gebruiksregels tweedekeus-antibiotica

Gebruiksvoorwaarden voor tweedekeuzemiddelen (antibiotica) voor melkvee en vleeskalveren worden per 1 januari 2017 iets versoepeld. Dit om praktische knelpunten op te lossen.

Dit staat in een brochure van het ministerie van Economische Zaken. Het gaat om middelen die uitsluitend de dierenarts mag verstrekken (UDD) en die de veehouder zelf mag inzetten voor behandeling van individuele dieren.

De dierenarts mag voor maximaal drie bedrijfsspecifieke aandoeningen tweedekeuzemiddelen bij de veehouder achterlaten. De maximale hoeveelheid is voor vleeskalveren 5% van de in de stal aanwezige en voor de aandoening vatbare dieren. Voor melkvee geldt dat voor 10% op het bedrijf aanwezige en voor de aandoening vatbare dieren.

Contactmoment vervangt tweewekelijks bezoek

Wanneer de veehouder deze antibiotica wil gebruiken, is hij verplicht direct of uiterlijk binnen 24 uur contact op te nemen met zijn dierenarts voor een akkoord. Dit contactmoment komt in de plaats van het tweewekelijkse bezoek. De dierenarts stuurt dan een schriftelijke instructie die de veehouder 5 jaar moet bewaren.

Wel tweewekelijks bezoek bij hoog-risicoperiode

Wanneer sprake is van een hoog-risicoperiode (tot 6 weken na aankomst van het dier op een vleeskalverbedrijf) blijft het tweewekelijks bezoekregime bestaan. Dan geldt het contactmoment niet.