Rundveehouderij achterblijvertje met duurzame stallen

Wageningen – De melkveehouderij loopt qua percentage integraal duurzame stallen achter bij andere veehouderijsectoren en lijkt deze situatie voorlopig nog zo te laten. Dit komt naar voren in een inventarisatie van Wageningen UR.

Het meest recente doel van de overheid is om per 1 januari 10 procent integraal duurzame stallen te hebben in de varkens- en pluimveehouderij en de rundveehouderij.

Wel hardere groei afgelopen twee jaar

De eerste twee sectoren hebben hun doelen al ruimschoots gehaald, de rundveehouderij is met 6,3 procent integraal duurzame stallen een achterblijvertje. In absolute aantallen groeit de hoeveelheid integraal duurzame rundveestallen de laatste twee jaar wel harder dan de het aantal soortgelijke stallen in andere diercategorieën, maar het percentage verandert er niet door. Sterker nog: het aandeel in aanbouw zijnde integraal duurzame stallen ten opzichte van het totaal aantal stallen ligt voor peildatum 1 januari 2015 op 0,9 procent.

Dierplaatsen

Gaat het om dierplaatsen, dan lijkt de rundveehouderij er beter af te komen, maar blijft de achterstand overeind. Gerekend naar dierplaatsen blijkt dat 15,9 procent van het rundvee, 36,3 procent van de varkens en 35,0 procent van het pluimvee integraal duurzaam gehouden wordt.

In totaal werden per 1 januari van dit jaar 3.700 integraal duurzame rundveestallen geteld. Daarvan zijn er 1.188 biologisch, 1.123 MDV-erkend en 1.047 beter leven-waardig.