RundveeNieuws

Meer gebreken met DNA-onderzoek

Doetinchem – Fokkerijorganisatie CRV schat dat 4 procent van de Nederlandse Holstein-populatie is drager van de erfelijke afwijking Cholerestin Defizit Haplotyp (CDH).

Onder de zwartbontpopulatie gaat het om 3 procent en bij roodbont om 8 procent. CDH werd vorige week door het Duitse rekencentrum VIT naar buiten gebracht. De afwijking kwam bij toeval aan het licht doordat fokkerijorganisatie Masterrind twee genetisch identieke embryo’s uit een embryosplitsing op twee verschillende bedrijven. Beide kalveren stierven door diarree. Omdat Masterrind door eerdere diarreegevallen enigszins een vermoedde dat er iets meer aan de hand was, werd ingezet op DNA-onderzoek. De mutatie was volgens dr. Stefan Rensing van het VIT lastig te vinden omdat het op een nog niet in kaart gebracht stukje DNA. Omdat de naast liggende stukjes wel bekend zijn, is gezocht naar die combinatie in de vorm van een haplotest. Deze test heeft nu nog een zekerheid van 80 procent.

Erfelijke afwijkingen

Nu het DNA van runderen steeds verder ontrafeld wordt, zullen de komende jaren nog wel meer erfelijke afwijkingen aan het licht komen. Deze afwijkingen zijn al aanwezig maar zorgen niet voor grote problemen zoals CDH. De genetische kennis van rundvee heeft daarbij het voordeel dat verdere verspreiding van genetische afwijkingen voorkomen kan worden door gericht paringsadvies aan veehouders. Het uitsluiten van bepaalde paringen is relatief eenvoudig in een adviesprogramma in te bouwen. Op deze manier zijn afwijkingen ook binnen korte tijd uit een veestapel te fokken. Rensing verwacht in ieder geval dat door behulp van de genetische kennis CDH binnen een jaar of drie uit de Holsteinpopulatie te fokken is. Vooral omdat de kans op een dragerkalf relatief klein is. Het kruizen van een willekeurige zwartbonte koe met een dragerstier levert 0,75 procent kans op een dragerkalf, bij roodbont is het risico met 2 procent groter.

Beheer
WP Admin