RundveeNieuws

Ruim helft Vlaamse veehouderijen is BVD-drager vrij

Drongen – Het Belgische BVD-bestrijdingsprogramma loopt bijna zes maanden. Het Diergezondheidscentrum Vlaanderen (DGZ) heeft inmiddels aan zo’n 688.700 dieren een gunstige BVD-status toegekend, wat neerkomt op ruim de helft van alle runderen. Van deze 688.700 dieren kreeg 72 procent de drager-vrijstatus op basis van een negatief virologisch onderzoek, de andere 28 procent door afstamming of invoercertificatie.

Sinds de start van het bestrijdingsprogramma zijn 2.130 dragers op 981 bedrijven opgespoord. Bij het opsporen via biopt-oormerken is 0,6 procent van alle onderzochte dieren als drager aangewezen. Dat betekent dat zes op de 1.000 geboren kalveren BVD-drager is. Daarnaast bleek uit onderzoek op geaborteerde vruchten dat 3,1 procent BVD-drager was. Dit hogere percentage is te verklaren omdat BVD een grote rol kan spelen bij verwerpers.

Zo snel mogelijk afvoeren

BVD-dragers mogen niet in het handelskanaal terechtkomen en kunnen alleen rechtstreeks naar de slacht of via Rendac afgevoerd worden. Er is geen euthanasieverplichting in België, maar het DGZ adviseert een dragerkalf te euthanaseren, omdat zo’n kalf continu virus uitscheidt en dus een besmettingsbron voor de rest van het bedrijf is. Ondanks dat advies leven er nog steeds dragerkalveren die dit jaar geboren zijn. Van de 2.130 dragerkalveren die in de eerste vijf maanden werden geboren, leeft nog 32 procent. Daarbij gaat het vooral om de jongste kalveren. Van de in januari geboren dragerkalveren is volgens het DGZ nog 15 procent in leven, terwijl dat bij maartkalveren 32 procent is en bij aprilkalveren 38 procent.

Dat veehouders dragerkalveren toch aanhouden, kan erin liggen dat ze de kalveren eerst willen mesten om zo via de slacht een opbrengst te hebben.

Beheer
WP Admin