'2015 geen peiljaar voor grondgebondenheid' RundveeNieuws

‘2015 geen peiljaar voor grondgebondenheid’

Oud-Beijerland – Extra grond in 2015 heeft geen invloed op de berekening van het aantal hectares grond die een melkveebedrijf in 2016 moet hebben. De grond die in de landbouwtelling 2015 (Gecombineerde Opgave) wordt opgegeven, is dus geen soort van referentie in de regels voor meer grondgebonden melkveehouderij.

De eventuele extra grond in 2015 kan wel gebruikt worden voor de groei ten opzichte van 2014 als de AMvB ingaat vanaf 1 januari 2016. Dat is één van de conclusies van adviesorganisatie ComponentAgro in haar uitwerking van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) ‘Verantwoorde groei melkveehouderij’. Bedrijven met een fosfaatoverschot door melkvee van meer dan 20 kilo per hectare moeten volgens de AMvB een deel van extra productie ten opzichte van 2014 invullen met extra grond.

Fosfaatruimte 2014 belangrijke referentie

De plaatsingsruimte voor fosfaat in 2014 is daarvoor wel een belangrijke referentie volgens de adviseurs. Zo mag op bedrijven met een fosfaatoverschot met ingang van 2016 de beschikbare fosfaatruimte niet kleiner worden dan in 2014. Een eventueel verlies aan fosfaatruimte, bijvoorbeeld door een lagere fosfaatnorm, moet volledig met grond worden gecompenseerd.

‘Nieuw’ bedrijf mag hoger fosfaatoverschot hebben

Een opmerkelijke conclusie is dat ‘nieuwe’ bedrijven (geen fosfaatproductie in 2014) een hoger melkveefosfaatoverschot mogen hebben dan de in 2014 al bestaande bedrijven en daardoor in verhouding minder grond nodig hebben. Dat komt door de systematiek van de AMvB volgens Teus Kool, wetgevingsdeskundige van ComponentAgro. Bij de berekening van de grondgebondenheid moet volgens Kool berekend worden wat het maximale melkveefosfaatoverschot op een bedrijf mag zijn. In feite wordt zo berekend wat het maximale overschot is door melkvee dat verwerkt mag worden. De resterende hoeveelheid fosfaat die het bedrijf niet mag verwerken moet zijn afgedekt door grond.

Duidelijkheid scheppen voor melkveehouder

“Wij willen met onze uitleg van de regels duidelijkheid scheppen naar onze klanten”, benadrukt directeur Arno Vroegindeweij. Dat is het overgrote deel van de accountants, voerleveranciers en andere adviseurs die de informatie op hun beurt weer gebruiken in hun advisering richting melkveehouders. Tot nu toe is nog niet volledig duidelijk hoe de AMvB door uitvoeringsinstantie RVO.nl wordt uitgevoerd. De laatste details zijn nog niet definitief wordt ook in de uitwerking van ComponentAgro aangegeven.


RVO.nl heeft nog niet gereageerd op de interpretatie zoals samengesteld door ComponentAgro. Eind april is de AMvB wel goedgekeurd door zowel de Eerste als de Tweede Kamer.

Beheer
WP Admin