RundveeNieuws

RvS: Melkveehouderij in Oploo mag uitbreiden

Den Haag – De melkveehouder uit Oploo, gemeente Sint Anthonis, die zijn bedrijf wil uitbreiden tot 800 melkkoeien heeft afgelopen week het groene licht gekregen van de Raad van State (RvS). Alle bezwaren van buren, waaronder een collega melkveehouder en een bloemenkweker, zijn afgewezen door de RvS.

Tijdens de zitting in oktober, afgelopen jaar, stelde de Raad kritische vragen rond de ruwvoervoorziening van het bedrijf. De vraag was of het wel voldeed aan de 80 procent-eis. Kwam wel 80 procent van het benodigde ruwvoer voor het vee van grond van het bedrijf binnen een straal van 15 kilometer, een eis die gesteld wordt om een bedrijf een grondgebonden onderneming te kunnen noemen. In de uitspraak gaat de RvS mee in de zienswijze van de gemeente Sint Anthonis dat een ‘significant deel’ van de gronden voor ruwvoer binnen een straal van 15 kilometer van de melkveehouderij liggen en dat maar een beperkt – geclusterd – deel er buiten ligt. Dat deze verder weg gelegen gronden grenzen aan de binnen de straal van 15 kilometer gelegen gronden vindt de RvS eveneens een belangrijk aspect.

Ook het feit dat niet alle grond in eigendom of reguliere pacht is, is geen reden de vergunning te weigeren. Volgens de RvS heeft de gemeente afdoende gehandeld door de ter beschikking staande gronden (dus ook de geliberaliseerde pachtgronden) te controleren aan de hand van de overlegde pachtovereenkomsten en het Kadaster.

Het argument dat de melkveehouderij als een intensieve veehouderij gezien zou moeten worden omdat er nauwelijks weidegang is, vindt evenmin genade in de ogen van de RvS. De Raad sluit hiervoor aan bij hetgeen staat in de Verordening Ruimte. In de toelichting op de definitiebepaling van wat onder intensieve veehouderij verstaan moet worden, staat: ‘In de definitie is expliciet bepaald dat grondgebonden melkveehouderijen niet onder de definitie intensieve veehouderij vallen’. Dat is voldoende reden om, ook als het bedrijf niet gericht is op weidegang, deze als grondgebonden melkveehouderij te zien, aldus de RvS.

De argumenten van de bezwaarmakers dat het bedrijf een te grote geurbelasting zou opleveren en een gevaar voor de volksgezondheid zou vormen, vinden eveneens geen gehoor bij de Raad van State.

Voordat de melkveehouderij daadwerkelijk van start kan gaan, zal wel voldaan moeten worden aan het maatregelen die vliegenoverlast moeten voorkomen. De RvS sluit hierbij aan bij hetgeen de rechtbank Oost-Brabant in zijn uitspraak heeft gesteld. De melkveehouder is verplicht voorafgaand aan het starten van de onderneming een beheersplan ter voorkoming van vliegenoverlast ter goedkeuring bij de gemeente in te dienen. Pas na goedkeuring daarvan mag het bedrijf daadwerkelijk 800 melkkoeien op het bedrijf hebben.

Beheer
WP Admin