Bovenwettelijke normen voor biologische melkveehouders

Zwolle – Het bedrijfsoppervlak van biologische melkveehouders moet voor 5 procent bestaan uit streekeigen landschapselementen. Dit is één van de meest opvallende bovenwettelijke normen die de vereniging van biologische melkveehouders Natuurweide tijdens de Biobeurs in Zwolle heeft gepresenteerd.

Met behulp van een nieuwe systeem van bovenwettelijke normen wil de sector zich beter profileren. De huidige Europese regels zijn op onderdelen niet altijd even duidelijk.

Wat betreft de streekeigen landschapselementen kan het gaan om elementen zoals genoemd in de Catalogus Groenblauwe Diensten, om ecologisch beheerde slootkanten en een oppervlakte groen erf. Ook 30 procent blijvend biologisch grasland kan meetellen voor 1 procent aan landschapselementen.

De bovenwettelijke normen vallen binnen zes thema’s. De norm voor streekeigen landschapselementen valt binnen het thema biodiversiteit. Minder verrassende norm is dat, binnen het thema dierwelzijn en beweiding,  koeien tussen 15 april en 15 oktober onder ‘normale’ weersomstandigheden minimaal 8 uur per dag beweid moeten worden. Daarbij is er een maximum van 6,5 GVE per hectare beweidbare grond gesteld.

De overige vier thema’s zijn diergezondheid, uitstraling bedrijf, energie en regionaal voer. Daarbij moet gedacht worden aan een grens aan het gebruik van antibiotica op 0,75 dierdagdosering. Wat betreft het gebruik van regionaal voer mag ruwvoer tot maximaal 100 kilometer buiten Nederland worden gehaald. Krachtvoer moet uit de EU afkomstig zijn.

De aangescherpte en nieuwe normeringen zijn getoetst bij verschillende NGO’s en een dertigtal biologische melkveehouders. In de praktijk wordt er al aan veel van de normen voldaan. Ook de melkverwerkers zijn bij het proces betrokken. In maart gaat de Natuurweide met de melkverwerkers om de tafel om te kijken hoe en wanneer het nieuwe systeem kan worden ingevoerd.