Samenwerking met melkveehouderij biedt kalverhouder kansen

Amsterdam – Ondanks de gevolgen van het GLB ziet ABN Amro in haar rapport ‘Kalverhouderij, leidend door te volgen’ voldoende toekomstmogelijkheden voor de Nederlandse vleeskalverhouderij.

De productie van kalfsvlees gaat gelijk op  met de ontwikkeling van de melkveehouderij en de daaruit beschikbare nuchtere kalveren. Met name binnen Europa neemt de vraag naar jong rosé toe, voor het luxere blanke vlees ziet  ABN Amro kansen in de export naar China, Japen en de Verenigde Staten.

De daling van de toeslagrechten kan de sector maar ten dele opvangen door lagere voerkosten en lagere nukaprijzen. De financiële gevolgen zijn voor blankvleesbedrijven minder groot, omdat de toeslagen maar een beperkt deel van de contractvergoeding is. Integraties zullen nog kritischer kijken naar de prestaties bij het bepalen van de contractvergoeding. De rosékalverhouders voelen het wegvallen van de toeslagen het meest omdat zij geen contracten hebben en relatief weinig grond. Hier kan de inkomensderving beperkt worden met betere bedrijfsvoering, er zit namelijk een grote spreiding in de voerwinst van bedrijven. Voor beide partijen is grond aankopen of pachten nauwelijks interessant vanwege de schaarste en prijs van landbouwgrond.

Voor de toekomst liggen er volgens de bank voordelen door meer samenwerking met de melkveehouderij. Daarbij is een door een onafhankelijke partij ontwikkeld volgsysteem noodzakelijk om de informatieuitwisseling te versterken. Met de door de kalverhouderij ingebrachte data kunnen melkveehouders de eigen opfok en de eerste weken van kalveren verbeteren. Ook kan er een financiële vergoeding worden vastgesteld voor geleverde kalveren. Hierdoor ontstaat er meer spreiding in de nuka-prijzen. Dit zal zich gaan uiten in een basisprijs en een toeslag voor kwalitatief betere kalveren.