RundveeNieuws

Hoge voederwaarde eerste snede

Wageningen – De graskuilen die in april en mei gemaakt zijn hebben een prima kwaliteit, maar door de hoge verteringssnelheid is er wel gevaar op pensverzuring.

Dat blijkt uit de analyses van de eerste duizend graskuilen uitgevoerd door onderzoeksbureau BLGG AgroXpertus in april en begin mei.

Het vroege voorjaar zorgde voor snelle groei door hoge bodemtemperaturen en een goede stikstofmineralisatie.

De kuilen bevatten gemiddeld 170 gram ruw eiwit en 187 gram totaal eiwit per kilo droge stof. De verteerbaarheid is met 79,7 procent bij 940 VEM al vrij hoog.

Het drogestofgehalte van de kuilen is 36,6 procent. Dat is op zich een mooie waarde omdat bij dit percentage de conservering goed verloopt en het beperkt de broeigevoeligheid.

De langere inkuilperiode zorgt voor een spreiding in het drogestofpercentage, aprilkuilen hebben gemiddeld 35,3 procent droge stof, de meikuilen 38,4 procent. De voederwaarde van de aprilkuilen is 951 VEM en die van de meikuilen 922 VEM.

BLGG AgroXpertus maakt dit jaar gebruik van de nieuwe meetmethode Penskarakter, dat naar de werkelijke benuttingsmogelijkheden van ruwvoer in de pens kijkt. Uit Penskarakter blijkt dat verteringssnelheid nog hoger ligt door de hoge melkzuurproductie en de lage pH. Ook blijkt dat de aprilkuilen met een drogestofpercentage onder de 40 procent zelfs risico vormen op pensverzuring. Deze kuilen vragen daarom extra aandacht bij de samenstelling van het rantsoen en aanvulling met andere voedermiddelen. Anders bestaat de kans dat koeien de hoge voederwaarde onvoldoende kunnen benutten.

Beheer
WP Admin