RundveeNieuws

Aanpak importfraude strandt op formeel bewijs

Amsterdam – Het ministerie van Economische Zaken en het Productschap Vee en Vlees (PVV) krijgen na twaalf jaar onderzoek en procederen een fraudezaak tegen zeven importcoöperaties en een handelsbedrijf niet rond.

Dit blijkt uit een uitspraak van de meervoudige douanekamer in Amsterdam.

De zeven coöperaties en de betrokken bv, verbonden aan een groot handelsbedrijf in Rotterdam, zijn alle op dezelfde datum in 2002 actief geworden in de import van partijen bevroren rundvlees en zuivel uit derde landen (zogenoemde GATT-contingenten, die tegen verlaagd douanetarief kunnen worden geïmporteerd). Bedrijven mogen actief zijn in deze handel, mits voldoende helder is dat ze niet onderling verbonden zijn en één bedrijf of persoon niet een te groot deel van deze lucratieve handel voor zich opeist.

Het PVV voerde achteraf onderzoek uit naar mogelijke verbondenheid en meende voldoende bewijzen te hebben om de erkenning naderhand in te trekken. Het ontdekte dat de coöperaties alle waren afgesplitst van hetzelfde bedrijf en werden gecontroleerd door dezelfde personen. Ook opereerden ze nagenoeg identiek, stond hetzelfde bedrijf financieel borg voor geïmporteerde partijen vlees en zuivel en dreven ze altijd handel tussen dezelfde partijen. Het PVV werd in die opvatting gesteund door een onderzoek van de Algemene Inspectiedienst (AID) van het vroegere ministerie van LNV.

Ondanks alles oordeelt de douanekamer dat er onvoldoende formeel bewijs tegen de bedrijven is en dat intrekking van hun erkenning onterecht was. Wel wees ze een eis tot schadevergoeding af.

Beheer
WP Admin