RundveeNieuws

XTAS en emissie belangrijkste aandachtspunten vrijloopstal

Spakenburg – Een goede bedding met zo min mogelijk thermofiele sporen is het grootste vraagstuk bij de oriëntatie op vrijloopstallen. Dat bleek afgelopen donderdag tijdens het symposium vrijloopstallen.

De zuivelindustrie geeft een negatief advies voor GFT-compost vanwege problemen bij de productie van geëvaporeerde melkproducten als condensmelk. Terwijl dat juist voor vrijloopstallen een veel gebruikte bodem is.

Volgens Frank Driehuis, onderzoeker bij NIZO Food Research ligt de concentratie thermofiele sporenvormers (TAS) en extreem thermofiele sporenvormers (XTAS) duizendmaal hoger dan in andere strooisels. Driehuis stelt dat het voor compostleveranciers lastig is om TAS en XTAS te verlagen. Veehouders kunnen de overdracht van uier naar melk wel beperken door betere spenenreiniging, al wordt het nooit nul. Op de vraag of het helpt om de temperatuur van het composteringsproces onder de 55 graden te houden antwoordde Driehuis dat dit mogelijk kan helpen. Al zijn er ook spoorvormers die bij lagere temperaturen vermeerderen.

Een tweede punt van zorg voor veel veehouders is de ammoniakemissie. Het is volgens Paul Galama van WUR Livestock Research van belang dat de vrijloopstal zo snel mogelijk een eigen erkenning op de RAV-lijst krijgt. Vooral omdat het Besluit Huisvesting in 2015 aangescherpt wordt. De grotere oppervlakte per koe zorgt ervoor dat er  in verhouding tot de ligboxenstal een hogere emissie is. Dit kan deels ondervangen worden door de roosters achter voerhekken te vervangen door een emissiearme vloer. Galama wil verder kijken wat er aan emissie te beperken is bij bodems waarbij lucht door de bedding wordt afgezogen.

Beheer
WP Admin