RundveeNieuws

Vooringenomen conclusie chronisch botulisme-onderzoek rammelt

Berlijn – Tijdens de slotpresentatie van het onderzoek naar chronisch botulisme in Duitsland door de Tiergesundheitshochschule in Hannover (TiHo) waren al kritische geluiden te horen.

De onderzoekers van de universiteiten van Göttingen, Leipzig en Berlijn kraken nu drie maanden later het volledige onderzoek af in het blad Nutztierpraxis Aktuell. Met hun onderbouwingen van bestaande, door de TiHo niet gebruikte, literatuurstudies en praktijkonderzoeken wijzen de drie professoren erop dat botulisme wel degelijk op de getroffen bedrijven aanwezig is en de verschijnselen daadwerkelijk chronisch kunnen zijn. De eindconclusie van het TiHo-onderzoek werd half september gepresenteerd, terwijl het landbouwministerie al in juni erop wees dat er geen direct en duidelijk verband tussen clostridium botulinum en de chronische ziektebeelden was. Een beetje voorbarig gezien het feit dat de onderzoekers toen zelf aangaven hun conclusie nog niet klaar te hebben.

De aanpak en de uitkomsten van het TiHo-onderzoek lijken nader beschouwd sterk vooraf gestuurd te zijn. Een voor de getroffen boeren zure constatering omdat zij nu nog steeds met de problemen kampen en aan de kant zijn gezet als slechte managers. Er zullen zeker veehouders zijn waarbij de gezondheidsproblemen te relateren zijn aan slecht management. Maar om nu ook de bedrijven met aangetoonde clostridium botulinum over die kam te scheren is zonde van het dure onderzoek.

In het gevoerde onderzoek valt op dat juist de bekende probleembedrijven met aangetoond botulisme werden uitgesloten van deelname. Terwijl er vaccinerende bedrijven werden bezocht waar geen clostridium was aangetoond. Verder viel op dat het onderzoeksmoment afwijkt van het moment waarop chronisch botulisme zich openbaart. Dat is vooral in de eerste weken van de lactatie omdat een koe dan een lagere afweer heeft. Het onderzoek richtte zich echter op koeien op vanaf de 117e dag van de lactatie, in de controlegroep zelfs op 180 dagen lactatie.

Bij de laboratoriumonderzoeken naar de bacterie werd gesteld dat er niets te vinden was. Juist clostridium botulinum is een lastig te detecteren bacterie die bij acuut zieke dieren maar in 30 tot 50 procent van de gevallen een positieve uitslag geeft. Bij chronische gevallen is dat nog lager. Volgens de drie critici kun je dus niet stellen dat er niets aan de hand is bij een negatieve uitslag als er wel ziekteverschijnselen zijn.

Als laatste wordt gesteld dat het toch wel heel jammer is dat de TiHo-onderzoekers de vondst van clostridium type G in 10 procent van de gevonden clostridiumgevallen alleen in de kantlijn noemen. Type G is eind jaren tachtig voor het eerst vastgesteld en is de lastigst te vinden typering. Het relatief hoge percentage had dus met veel internationaal tamtam gemeld mogen worden.

Beheer
WP Admin