Vaarskalf minder gewild voor mesterij

Doetinchem – Met ingang van 1 januari 2015 neemt de Van Drie Group alleen nog maar vaarskalveren af die zwaarder zijn dan 48 kilo of een Belgisch Witblauwe-kruisling zijn.

Deze extra selectie is ingevoerd vanwege de traditioneel moeizamere vleesafzet in de zomermaanden. Daar worden elk jaar al minder kalveren voor opgezet. Maar nu het aanbod van alle types nuchtere kalveren zeer ruim is, gaat de voorkeur uit naar stierkalveren en zwaardere vaarzen. Vaarskalveren groeien minder vlot dan stierkalveren, wat bij eenzelfde opleggewicht kan resulteren in 20 kilo verschil in het geslacht gewicht. Door alleen zwaardere vaarsjes op te leggen, komen deze op een vergelijkbaar geslacht gewicht met de stierkalveren. Daarnaast zijn vaarzen minder gewild vanwege de nultolerantie van de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit op vieze kalveren aan de slachtlijn. Een verklaring is er niet voor maar vaarzen zijn gemiddeld viezer dan stieren.

Volgens Arjan van Mourik, voorzitter van de commissie kalverhandel van Vee&Logistiek Nederland gaat het maar om een zeer klein percentage kalveren; tweelingen en kwenen. Van Mourik verwacht dat de handel in de eerste weken van januari lastig zal zijn.

De nieuwe inkoopvoorwaarde betekent niet dat veehouders de kalveren helemaal niet meer kwijt kunnen. Andere marktpartijen nemen nog gewoon vaarskalveren af. Lichtere kalveren voldoende voeren en een week langer aanhouden is voldoende om ze op het gewenste gewicht te krijgen. Daarnaast is er voldoende vraag naar fokkalveren. Om daar voor in aanmerking te komen met een vaarskalf goed ontwikkeld en stamboek geregistreerd zijn. Daarnaast moeten de melklijsten van de moeder overlegt worden, in de eerste lactatie moet minstens 6.500 kilo geproduceerd zijn en in de tweede 7.500 kilo.