RundveeNieuws

Melkveehouderij EU draait negatief

Hannover – Ongeacht in welk land van de EU, het netto financieel resultaat van de melkveehouderij is negatief.

Dat blijkt uit de analyse van cijfers van de European Dairy Farmers (EDF) over 2012 en 2013, gepresenteerd door Steffi Wille.

De gemiddelde netto kosten bedroegen in die jaren €49,30 per 100 kilo meetmelk. De gemiddelde opbrengstprijs, inclusief 3,2 cent inkomenstoeslagen, was €43,90 per 100 kilo. Dat levert een netto bedrijfsresultaat op van negatief €5,40 per 100 kilo.

Zelfs met de niet-melkveegebonden opbrengsten van €3,20 per 100 kilo resteert een negatief bedrijfsresultaat van €2,20 per 100 kilo.

Bij de kritieke kostprijs zit Nederland bij de laagsten. Alleen Tsjechië en Ierland scoorden beter.

Binnen de veertig Nederlandse inzenders aan de analyse is 20 procent van de bedrijven winstgevend. 25 is winstgevend als ook de toeslagen worden meegeteld. De overige 55 procent is verlieslatend. Dat deze bedrijven veelal toch kunnen doorboeren, komt doordat de kostprijs berekend wordt op basis van volledige beloning van de door het gezin geleverde arbeid. Omdat dit in de praktijk niet gebeurt, zijn er voldoende middelen om de bedrijfsvoering gaande te houden.

Hoewel Nederland een van de laagste kritische kostprijzen heeft, hebben de bedrijven ook een behoorlijke schuld: €11.500 per koe. Dat resulteert in een gemiddeld te betalen rente van €4,50 per 100 kilo melk. Denemarken spant de kroon met een schuldenlast van €19.000 per koe. De gemiddelde schuldenlast van alle EDF-deelnemers is €6.500 per koe, ofwel €2,40 per 100 kilo meetmelk.

De bedrijven zijn in het algemeen aan het groeien en dat biedt schaalvoordelen. Ook leidt dat tot een lagere kritische kostprijs. De tien grootste EDF-bedrijven realiseren een kritische kostprijs van €29 per 100 kilo meetmelk. De tien kleinste bedrijven hebben €33 per 100 kilo meetmelk nodig.

Wille waarschuwt groeiers echter dat management aangepast moet zijn op een groter aantal koeien. De gevoeligheid voor de melkprijs groeit ook. Bij een hoge melkprijs wordt veel verdiend, bij een melkprijsdaling vallen de grote bedrijven eerder om dan de kleine.

Ook wijst ze de veehouders op de andere houding die nodig is. Bij vijfhonderd koeien loop je een keer door de stal en onderhandel je vooral met toeleveranciers en banken en dat moet wel bij de persoon passen.

Beheer
WP Admin