Biest belangrijk voor levens- en productieduur

Eindhoven – Nutreco is een lange termijnonderzoek naar de effecten van voeding van jonge kalveren begonnen. De insteek van het LifeStart-programma is een hoge begingroei, wat gezondere kalveren en uiteindelijk sterkere koeien met een hogere levensproductie moet opleveren. Dit presenteerde het concern donderdag in Eindhoven tijdens een symposium over kalveropfok.

Nutreco-onderzoeker Leonel Leal stelt dat koeien 30 tot 40 procent van hun genetische potentie voor melkproductie niet benutten. Een intensievere voeding in de eerste maanden is de eerste stap om een vaarskalf wel naar die potentie te krijgen. Dit begint al bij de biestgift. Niet alleen voldoende biest, vier liter in de eerste zes uur na geboorte, maar ook goede biest. Wanneer een kalf 4 liter biest krijgt, kan ze een halve maand eerder worden geïnsemineerd en behaalt ruim 5 procent meer koeien een derde lactatie.

Na de biest blijken kalveren een gemiddeld 12 procent hogere groei te realiseren als ze vaker drinken dan de veelal gehanteerde twee keer per dag. Een drinkautomaat biedt daarin uitkomst, een kalf kan dan drinken wanneer het wil. Wat neer komt op zes tot acht keer per dag. Vervolgens geleidelijk wennen aan ruwvoer vanaf een leeftijd van twee weken en vanaf acht weken geleidelijk spenen voorkomt een speendip. Volgens onderzoekster Harma Berends staan kalveren bij abrupt spenen een paar weken vrijwel stil in de groei, bij geleidelijk spenen neemt de groeisnelheid af maar blijft het kalf wel doorgroeien. Daar staat tegenover dat een geleidelijk gespeend kalf sneller meer ruwvoer opneemt wat beter voor de pensontwikkeling is.

In het LifeStart-programma is de ruwvoerverstrekking aangepast. Gehakseld stro is volgens de onderzoekers een betere structuurbron, omdat de kwaliteit constanter is dan van hooi en goed stro meer pensprikkeling geeft. De haksellengte moet dan minstens 3 centimeter zijn. Er is gekeken naar de ruwvoeropname van losse muesli/brok en stro of een TMR-rantsoen. Hieruit blijkt dat er vrijwel geen verschil is in de hoeveelheden stro en brok die een kalf opneemt. Mits van beiden voldoende voer beschikbaar is. Voor goed vretende kalveren is continue vers water een vereiste.