Foto: Twan Wiermans RundveeFoto

Kansen pakken, ook als het tegenzit

Melkvee100plus bezocht het grote bedrijf van de broers Conjarts in 2016 voor het laatst. Ze wilden toen groeien, maar kregen al snel met fosfaat te maken. Hoe verging het ze?

De 36-stands carrousel. In lastige fosfaatjaren ging de melkproductie toch omhoog. Van 2.050.000 kilo per jaar (2015) tot 2.750.000 kilo (2016) en 2.950.000 (2018) en van 3.300.000 kilo (schatting 2019) tot 3.450.000 kilo (schatting 2020).

In 2015 bouwden de broers een nieuwe ligboxenstal met capaciteit voor 280 melkkoeien. Daar is aan de voorkant van het erf weinig van te zien. De stal is verstopt achter het woonhuis, een carréboerderij en vele sleufsilo s.

Broers Jeffrey (36) en Jurgen (37) Conjarts zitten in het Zuid-Limburgse Margraten in maatschap. De maten hebben een veebedrijf met 330 melkkoeien, 170 stuks jongvee en 170 hectare land. - Foto s: Twan Wiermans

De stoppende boer kwam bij Conjarts in een soort fosfaatmaatschap. De laatste benodigde 1.250 kilo fosfaat kocht Conjarts bij om zijn veestapel op peil te houden. Dat was in een dure periode, maar het kon uit omdat 2017 een goed jaar was.

Conjarts wist uiteindelijk zelfs te groeien. Hij kreeg in september 2018 de kans om kort over de grens met België een stal te huren. Daar heeft hij nu 100 stuks jongvee ouder dan 10 maanden gehuisvest. Dat staat gelijk aan 2.200 kilo fosfaat. Daar kon Conjarts in Margraten 45 melkkoeien extra voor houden.

De ruim 300 koeien staan in verschillende groepen, maar krijgen allemaal hetzelfde TMR-rantsoen (total mixed ration). Conjarts wil niet te veel wijzigen, dat kost melk. De voerkostprijs is door de keuze voor een rantsoen niet te gestegen. Bovendien is een rantsoen arbeidstechnisch voordeliger.

In 2017 kocht Conjarts deze Juno-voeraanschuifrobot. Hij merkt dat er nu meer rust in de stal is met constant vers voer. Het scheelt ook arbeid. In de oude situatie schoven de broers het voer 4 à 5 keer per dag aan.

Conjarts is zelfvoorzienend qua ruwvoer. Dat geldt ook voor mest, die hij voor twee derde op eigen land kwijt kan. De rest transporteert en injecteert hij op land van een teler, die weer aardappelen bij Conjarts mag telen. Dat gebeurt met gesloten beurs.

Conjarts hoeft geen ruwvoer aan te kopen en heeft een ijzeren voorraad mais van 35 hectare. Zo komt hij droge zomers altijd door. Krachtvoer (650 ton) moet hij wel aankopen, maar de 7 cent krachtvoerkosten per kilo melk liggen volgens analyses van de bank 1,5 cent lager dan bij een gemiddeld bedrijf.

Conjarts koos indertijd voor Duitse stalinrichting van Zimmermann. Dat bevalt hem zeer goed. De koeien liggen goed in de boxen, waardoor Conjarts niet veel hoeft te schoon te maken. Er is ook rust in de stal. Of de dieren liggen in de boxen of ze vreten aan het voerhek.

Overal in de stal ligt een emissiearme Eco-vloer van Anders Beton. Een keuze voor een betere klauwgezondheid. Conjarts liet 2 jaar geleden wel à ¬ 5.000 sproeiers in de nok plaatsen. Voorheen was de vloer in de zomer te glad en gingen de spleten dicht zitten. Nu is dat probleem opgelost.

Conjarts koos indertijd voor vaste mestschuiven. Hij vindt het een degelijk systeem, je weet wat je er aan hebt. Mestrobots zijn volgens Conjarts te storingsgevoelig.

De melkstal bevindt zich in de stal links van de ligboxenstal. Dat betekent dat de koeien rechts van de voergang moeten kunnen oversteken als ze gemolken worden. Dat kan met behulp van deze ophaalbrug.

In die andere stal komen de koeien hier in de wachtruimte voor de melkstal terecht. Dat is een Boumatic Xpedia 360 IX-carrousel. Het melken doen Jurgen en Jeffrey grotendeels zelf. Ze krijgen 20 uur per week hulp tijdens het melken. Maar dat is voor het werk naast het melken.

Dit is die fraaie, karakteristieke carréboerderij. Karakteristiek voor Zuid-Limburg.

De melkstal met wachtruimte/carrousel (voorste stal) loopt over in de grote ligboxenstal (achter). Toen Conjarts juli 2015 nieuw bouwde, had hij 250 melkkoeien en 210 stuks jongvee. Fosfaat dreigde verdere groeiplannen te fnuiken, maar Conjarts wist te anticiperen. Anno 2019 zijn er meer melkkoeien, er is fors meer melkproductie en het aantal stuks jongvee bleef bijna op peil.

Ten tijde van de vorige reportage (najaar 2016) stond Conjarts vanwege de fosfaatperikelen nog voor een flinke uitdaging. Hij had in september 2016 al 300 melkkoeien en 170 stuks jongvee. Conjarts bracht daarom 100 stuks jongvee naar een opfokker. Zo was hij de overheid een stap voor.

Hierdoor kon Conjarts het jaar erna het gaspedaal in blijven duwen. De productie was in de nieuwe stal al van 8.300 tot 10.000 kilo per jaar gegroeid en de totale productie ging tussen 2016 en 2017 omhoog van 2,75 miljoen tot 2,98 miljoen kilo. Bovendien was de melkprijs goed. Conjarts draaide een prima jaar.

Maar in 2018 ontkwam Conjarts niet aan de invoering van het fosfaatrechtenstelsel. Jongvee kwam terug van de opfokker. Om niet te hoeven krimpen, was 4.000 kilo fosfaat nodig. Conjarts anticipeerde in de zomer van 2017 door een stoppende boer te zoeken. Dat lukte. 30 december 2017 ontstond een intensieve samenwerking waarbij 2.750 fosfaatrechten naar Conjarts gingen.

Jurgen Conjarts: We hebben een strategie: goed vooruit kijken, niet in problemen denken en kansen pakken. Anders hadden we de fosfaatproblematiek ook nooit opgelost. We zijn in 16 jaar tijd 3 miljoen kilo melk en 100 hectare gegroeid. Dat doe je niet door lui in je stoel te blijven zitten. Al is het keihard werken om dit te bereiken. Het landwerk doen we grotendeels zelf; 2.500 uur per jaar.

De sleufsilo s met voervoorraden bevinden zich tussen de carréboerderij/woning en de ligboxenstal/melkstal. De laatste jaren zijn er ook sleufsilo s bijgekomen, de maisvoorraad is vergroot. Voor de laatste groeistuip was al voldoende voer beschikbaar.

Beheer
WP Admin