Foto: Henk Riswick RundveeFoto

Weer weiden met behulp van PlanetProof

Met een open serrestal en melkrobots was weidegang voor Rik Ogink jarenlang geen prioriteit. Nu begint hij na 12 jaar toch weer met weiden.

In 2012 raakt weidegang nog verder uit beeld. Dat jaar investeerde Ogink in 2 Lely A4-melkrobots.

Ogink spuit 1 van de 2 melkrobots schoon. De combinatie van serrestal en melkrobots maakte van weidegang bepaald geen noodzaak. Toch kwamen er later in 2012 ook weer kansen voor weidegang. De reden: Ogink kocht in Drenthe 20 hectare grond aan.

Het bedrijf werd zo fors extensiever en ging van 30.000 naar 17.500 melk per hectare. In een normaal jaar is Ogink nu qua gras zelfvoorzienend, hij moet alleen 5 hectare mais bijkopen. Die extensievere bedrijfsvoering bracht weidegang weer dichterbij.

Maar in eerste instantie niet. De weidepremie van FrieslandCampina is netto ¬ 1,15 per 100 kilo melk. Ogink zou dan financieel gezien hooguit quitte spelen door de extra maisaankoop, met veel extra werk en risico s. Dat zag hij niet zitten.

Het PlanetProof-keurmerk van FrieslandCampina bood uitkomst. Ogink liet zijn bedrijf er vorig najaar op controleren. Hij voldeed bijna overal aan. De enige rode kruisjes: een inmiddels aangeschafte koeborstel à ¬ 1.500 en weidegang. Omdat de PlanetProof-bonus ¬ 1 per 100 kilo melk extra biedt, kon weidegang plots wel uit.

Rik Ogink (40) heeft in Raalte (Ov.) een veebedrijf met 120 melkkoeien en 35 hectare land. Het jongvee, 70 stuks, staat bij een opfokker. Ook heeft de veehouder 20 hectare land op afstand, in Drenthe. Daar ligt de grondprijs op bepaalde plekken fors lager dan in Salland. - Foto s: Henk Riswick

Ogink voert de droogstaande koeien die nog binnen staan. Door het weiden heeft hij veel minder krachtvoer nodig. De veehouder is wel scherp op een goed evenwicht tussen het aantal uren weidegang en bijvoering in de stal. Dat wil hij blijven finetunen.

De koeien staan bij elkaar op 1 van de 4 ingerichte weidepercelen. Ogink noteert een jaarmelkproductie van 1.050.000 kilo. Met de weidepremie en PlanetProof-bonus beurt hij in totaal ¬ 22.575 per jaar extra.

Door de weidegang bespaart Ogink bovendien ¬ 13,64 per dag aan krachtvoerkosten. Deels omdat hij CCM van eigen land in Drenthe haalt.

De graskuil met op de achtergrond de serrestal. Tegenover de winst van de premies staan uiteraard ook verliezen. Ogink heeft zijn ruwvoerverliezen op ¬ 10.000 begroot.

Dat zijn niet de enige verliezen. Ogink moet ook voor ¬ 10.000 aan mais bijkopen. Niettemin wegen de minnen financieel gezien niet tegen de plussen op. Weidegang kan voor het eerst uit, en met melkrobots.

Ogink rijdt met het voer richting stal. De motieven voor weidegang waren vooral economisch, geeft hij toe. Hij had er de financiële prikkel van PlanetProof voor nodig. Die bonus wordt in 2020 bovendien groter. FrieslandCampina keert dat jaar ¬ 2 per 100 kilo uit.

Dit was de reden dat Ogink 12 jaar geleden stopte met weidegang. In 2007 bouwde hij een serrestal voor 150 melkkoeien. Die open stal bood veel ventilatie. In combinatie met een mindere voerpositie werd het aanlokkelijk om de koeien binnen te houden.

Om zich op weidegang voor te bereiden, sprak Ogink vaak met zijn voervoorlichter, maar ook met een weidecoach. De belangrijkste lessen: het gras mag niet te kort zijn en minder kunstmest strooien op weidepercelen.

De koeien lopen elke ochtend 5,5 uur buiten. Elke dag op een ander kavel waardoor ze op dag 5 weer bij het eerste perceel zijn. De dieren moeten minimaal 120 dagen per jaar buiten lopen.

Een fraaie luchtfoto van het veebedrijf met 35 hectare huiskavel. Ogink past sinds 2 april weer weidegang toe; voor het eerst in 12 jaar. Dat is hier duidelijk te zien. De koeien lopen van het perceel grasland rechts terug naar de serrestal (linksboven).

Op een staldak liggen 75 zonnepanelen. Daar draait een kwart van het melkveebedrijf op. De panelen liggen er sinds 2012 op en Ogink heeft de investering al terugverdiend. Er ligt inmiddels een aanvraag voor meer zonnepalen.

In de serrestal houdt een JOZ-mestrobot de roostervloer schoon.

De eerste 2 weken moesten de koeien wel een beetje wennen. Ze kenden het drijven niet. Ogink moest ze in die periode nog wel eens uit de wei halen om ze naar de stal te dirigeren. Dat gaat nu veel beter.

Optimaal weiden was even een puzzel. Ogink koos ervoor om 12 hectare voor weidegang in te ruimen. Daarvan gebruikt hij 5 hectare (4 even grote kavels). De rest van het land maait Ogink voor de eerste snede. Vervolgens wisselt hij de percelen af.

Beheer
WP Admin