Foto: Theo Brummelaar RundveeFoto

Biologisch en toch ruim 1.300 melkkoeien

In het fraaie merengebied van Zuid-Zweden begonnen acht compagnons in 2009 een ambitieus en biologisch melkveeproject. Boerderij ging op bezoek.

Er zitten vooral akkerbouwers in de bv. Vandaar de grote hoeveelheid land. De biomelkveetak heet Vadsbo Mjölk en telt 1.340 melkkoeien en 360 stuks jongvee. Het ambitieuze, grote én biologische melkveeproject bestaat pas sinds 2009.

De grote, zilverkleurige silo's bevinden zich aan de voorkant van het erf, nog voor de ligboxenstallen.

Een 'kleine' opslagloods ...

Een van de vele sleufsilo's op het erf. De schaalgrootte van het bedrijf wordt op dit deel van het erf helemaal duidelijk. Dit zijn geen 'muurtjes' van 1,5 meter hoog.

De koeien liggen op rubberen matten met zaagsel. Welzijnseisen zijn er wel degelijk in Zweden. De boxen moeten minimaal 1,20 meter breed zijn. Ook is 5 maanden weidegang verplicht en zijn er nog enkele andere welzijnseisen.

Strenge milieueisen zoals in Nederland zijn er niet echt. Omdat ondergrondse mestopslag wél verboden is, lopen koeien op dichte, betonnen vloeren. Er zijn vaste mestschuiven. Vriezen doet het overigens zelden in de stal, ondanks het koudere klimaat.

Zo ziet dat er van binnen uit. Hier ligt een gewone roostervloer, net als in de wachtruimte en de terugloopgang. De mest gaat direct naar het mestbassin op het erf, want ondergrond mest opslaan is verboden in Zweden.

De verschillende stallen zijn via deze gangen met elkaar verbonden. Zo kunnen alle koeien in de middelste stal worden gemolken.

Geen automatisering, maar arbeid en dus veel auto's op het erf. De carrousel draait op Litouwse melkers. Zweedse melkers zijn beperkt beschikbaar en duurder. De carrousel bevalt erg goed. Met voldoende personeel is het een ideaal systeem.

Drukte in de carrousel. Vanuit Nederlands perspectief is ¬ 5.100 bij deze bedrijfsgrootte duur, maar stallenbouw is in Zweden vrij prijzig. Dat heeft met veel betongebruik en klimaatmaatregelen te maken, al zijn strenge winters hier niet standaard.

Rechts de wachtruimte, links de terugloopgang van de carrousel. Echte automatisering ontbreekt, op separatiepoorten na. Het maakt in combinatie met de schaalgrootte dat de stal naar Zweedse maatstaven twee keer zo goedkoop is: ¬ 5.100 per plaats.

De koeien worden gemolken in deze 60-stands melkcarrousel. De jaarlijkse productie op dit bedrijf is maar liefst 12.000 ton melk. De melkers komen niet uit Zweden, maar uit Litouwen.

Mest wordt vrijwel direct naar een biogasinstalatie gepompt. Vervolgens komt er schone mest van betere kwaliteit terug op eigen land. Het biogas wordt gebruikt voor bussen in de stad Karlstad. Subsidie zorgt voor licht rendement van de installatie.

Al met al is er meer dan genoeg voer. In een normaal jaar heeft Svensson 4.000 tot 4.500 ton per jaar nodig. Daar zit hij meestal iets boven. 2017 was zelfs een heel goed jaar. De oogst kwam uit op 6.300 ton. Svensson koopt vaak alleen wat soja aan.

Zoals gezegd bestaat de helft van de veestapel uit Holsteins. Vet en eiwit is lager dan bij Zweeds Roodbont, maar de melkproductie ligt wel 1.000 kilo per jaar hoger.

Met zoveel akkerbouwers in de bv is er grond genoeg om qua voer zelfvoorzienend te zijn. De bv heeft onder meer 800 hectare grasland (kuilvoer), 420 hectare tarwe, 450 hectare gerst en haver, 100 hectare rogge en 250 hectare bonen.

De koeien worden gevoerd. De biologische veestapel bestaat voor de ene helft uit Zweeds Roodbont en voor de andere helft uit Holsteins. Wat opvalt is dat de stallen goed en degelijk zijn, maar dat ze niet al te veel tierelantijntjes hebben.

De melkkoeien staan in drie van deze stallen, parallel aan elkaar, met de melkstal in de middelste. De stallen zijn via een horizontale gang met elkaar verbonden. De koeien zijn in groepen van 160 gehuisvest.

Rode, typisch Zweedse gebouwen. Hier houdt Svensson 1.340 melkkoeien. Biologisch. Hij voldoet aan de bionorm van 2 hectare per koe. Op grote schaal biologisch boeren was dé uitdaging. "We wilden weten of het werkt en of er markt voor is in Zweden."

Het bedrijf ligt in het bosrijke merengebied van Zuid-Zweden. Ongeveer tussen het Vänern- en Vätternmeer in, op zo'n 1.100 tot 1.200 kilometer afstand van Nederland. De weilanden en het erf zijn omgeven door dennenbossen.

Lars Svensson (60) is CEO van Vadsbo Växtodling in het Zweedse Mariestad (acht bioboeren zijn eigenaar). Het bedrijf bestaat uit een bio-akkerbouw- en biomelkveetak. Ook is Vadsbo 50% eigenaar van een biogasinstallatie. Er is 2.700 hectare land. - Foto's: Theo Brummelaar

De reden? Alle zuivel blijft in eigen land, daardoor zijn de pieken en dalen veel minder extreem. Bovendien is de Zweedse consument toenemend bereid om extra voor biozuivel te betalen. De biologische markt groeit sinds 2013 jaarlijks met 25%.

Melk gaat niet naar Arla, maar naar Skånemejerier. Dit bedrijf vooral actief in Zuid-Zweden heeft 15% van de markt in handen. Svensson ziet een opgaande tendens voor de biologische zuivelmarkt. De biomelkprijs is veel stabieler dan de gangbare.

Helemaal rechts op het erf staat een jongveestal met daarvoor rijen igloboxen voor de kalveren. Deze kalveren gaan altijd naar een opfokbedrijf en komen later als vaars terug.

Beheer
WP Admin