<em>Foto: Mark Pasveer</em> RundveeOpinie

‘Intensief delft onderspit, extensief rendeert’

Bij de huidige lage melkprijs komen intensieve, zwaar gefinancierde bedrijven het eerst in moeilijkheden. In de jaren 30 van de vorige eeuw was iets vergelijkbaars gaande. Van de geschiedenis valt veel te leren.

De melkprijs blijft dalen, niet alleen bij de kaasmakers, maar bij alle zuivelaars. Nog steeds is de verwachting dat de vraag wel weer aantrekt, maar dat duurt ondertussen wel erg lang. Het is het resultaat van de vrije markt die bijna iedereen zo graag wilde.

De melkprijs is inmiddels zo laag dat er gepraat wordt over de kritische melkprijs en de minimaal benodigde melkprijs. De kritische prijs is de prijs waarbij een melkveehouder nog aan al zijn (of haar) verplichtingen kan voldoen. De minimaal benodigde melkprijs ligt veel lager, het is de prijs waarbij je moet ophouden met melken en beter koeien kunt verkopen, omdat je er meer in stopt dan er aan melkgeld terugkomt.

‘Je stal deels leeg zetten omdat melken geld toe kost, en in rap tempo de schulden van aflossing zien oplopen’

In economentermen is de minimaal benodigde melkprijs de prijs waarbij de marginale kosten niet meer gedekt worden. Dit fenomeen doet zich soms voor in de intensieve veehouderij, waar bij heel lage prijzen een ronde overgeslagen wordt. Maar in de melkveehouderij is het een onbekend iets, en daar heeft het meer impact: je stal deels leeg zetten omdat melken geld toe kost, en in rap tempo de schulden van aflossing zien oplopen.

Die minimaal benodigde melkprijs verschilt per bedrijf. Intensieve bedrijven die veel voer aankopen en veel mest moeten afvoeren zijn het eerst aan de beurt, extensieve bedrijven met weinig uitgaven kunnen het heel lang volhouden.

Grote bedrijven in moeilijkheden

In de jaren 30 van de vorige eeuw, in de Grote Depressie, hebben we iets vergelijkbaars gezien. De prijzen van landbouwproducten waren laag en bleven laag. De keuterboeren die weinig kosten hadden en die in staat waren hun gezinsuitgaven langdurig op een laag pitje te zetten, hadden het moeilijk, maar overleefden wel. De grote bedrijven met veel kosten, met veel personeel en met dure mechanisatie en gebouwen, kwamen in moeilijkheden.

‘Grote, onrendabele bedrijven werden in delen verkocht aan lokale kleine boeren met een zuiniger bedrijfsmodel’

In het zuiden van Drenthe en in De Peel had verzekeringsmaatschappij Utrecht gronden ontgonnen, en er boerderijen op gesticht met veel personeel, met zetboeren en met een betaalde toezichthouder. Mijn opa was zo’n zetboer. Dit soort bedrijven werd onrendabel bij de toen heersende lage prijzen. Ze werden in delen verkocht. Verkocht aan lokale kleine boeren, die een veel zuiniger bedrijfsmodel hadden. Plattelandssociologen zoals collega Jan Douwe van der Ploeg schreven er mooie boeken over. En landbouweconomen hebben modellen ontwikkeld om beter te begrijpen hoe een en ander precies in elkaar zit.

Geschiedenis kan ons wat leren

Als de melkprijs nog verder zakt en lang laag blijft, gaan we misschien iets dergelijks meemaken. Grote, moderne, intensieve bedrijven die in moeilijkheden komen, en extensieve bedrijven met weinig verplichtingen en kosten die overleven, en misschien de groten in delen gaan overnemen. Van de geschiedenis valt veel te leren.

Een overzicht van alle melkprijzen vind je op boerderij.nl/markt.

Beheer
WP Admin