Het lossen van veevoer bij een veehouder.<br /><em>Foto: Michel Zoeter</em> RundveeOpinie

Toegestaan wildwest in veevoerland

Het veevoertoezicht is soms streng, soms weer niet. Vooral als het buiten het officiële blikveld valt. Dat is niet fijn voor de praktijk en de geloofwaardigheid.

Ik kan me goed voorstellen dat veel mensen in de agrarische sector met smart uitzien naar die schaarse momenten dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) ook eens officieel een blinde vlek heeft. Al die strenge controles en dat gedoe om schijnbaar niks. Zit er 0,1 milligram of minder van een bepaald residu in een product en je bent de klos bij die vaak van praktijkkennis gespeende dienstkloppers daar in Utrecht. Ze zijn zelfs in staat om bedrijven jarenlang onder het strafrecht te houden en zo te laten doodbloeden zonder dat ze met een officiële aanklacht komen. Laf en maffia-achtig, een overheid onwaardig.

Geen norm voor enkelvoudig DDGS

Gelukkig is er voor de toezichthouders nu ook zo’n gebied waar ze omheen mogen kijken. Toen ze begin maart een partij maisdistillers (DDGS) op het spoor kwamen met daarin te veel nitriet (wil wel eens gebeuren als je bio-ethanol maakt), werd direct een flinke lading van dit product geblokkeerd. Enkele honderden tonnen zouden moeten worden vernietigd. De afvoer bij de fabriek stroopte onhoudbaar lang op.

Maar er was buiten de Europese Commissie gerekend. Voor bijproducten van de ethanol- en alcoholproductie geldt geen residunorm voor nitriet, stelde die. Een uitzondering geldt als zo’n bijproduct met te veel nitriet in mengvoer komt en dan maakt dat de nitriet-norm voor mengvoer te hoog wordt. Voor opgemengd product geldt er een norm. Enkelvoudige DDGS met veel nitriet kan echter straffeloos aan vee worden gevoerd. ‘Natuurlijk niet totdat de koeien omvallen,’ probeert een NVWA-medewerker nog, maar hij kan niet aangeven waar dan misschien een gezondverstandgrens of dierenwelzijnsgrens ligt. De veevoersector weet het ook niet. Misschien dat de zuivelindustrie dan maar weer in het geweer moet komen.

Wat de controleur niet kent, test hij niet

Vergelijkbare onduidelijkheid was er in de afgelopen maanden over grote partijen citruspulp, onderweg van Brazilië en de Verenigde Staten naar Nederland. Met citruspulp heeft de veevoersector in de voorbije jaren al heel wat beleefd, zoals te veel dioxine en resten van bestrijdingsmiddelen in het product. Daarom wordt bij verscheping in het land van herkomst een monster getrokken, wat per vliegtuig alvast vooruit wordt gestuurd, zoals bij bijna alle grondstoffen. Ditmaal kwam uit de monsters naar voren dat in de pulp te hoge gehaltes van de stoffen Antrachinon, Bifenthrin, Cyflutrin, Propargite, Carbaryl en Fluazifop-P-butyl zitten, stoffen die in de EU niet zijn toegelaten en waarvoor dientengevolge geen residu-limieten bestaan.

Trage besluitvorming instanties

Wat volgde was een hele discussie binnen de NVWA en met de veevoercontroleurs en Brusselse instanties over de vraag wat nu te doen. Dit duurde zo lang dat de citruspulp al lang en breed bij de mengvoerindustrie lag en soms al bij de boer, toen eindelijk een knoop werd doorgehakt. Besloten werd de algemene minimumnorm voor residu te hanteren die geldt voor producten waarvan geen eigen norm bestaat. Verdere discussie volgt mogelijk nog op een later moment. Want het zal in de toekomst vaker voorkomen dat grondstoffen vervuild blijken met residu van in de EU verboden bestrijdingsmiddelen (en het is niet de eerste keer dat het gebeurt).

Toch zijn de Europese instanties traag om de handschoen op te pakken. Hun redenering lijkt: als een middel niet in de EU wordt toegelaten, dan hoeven we er ook geen residunormen voor te maken. Je vraagt je af of dit te maken heeft met struisvogelgedrag of met al te brave ambtenarij? De vragen worden nog groter als je bedenkt dat er wel minimumnormen voor deze stoffen zijn als het gaat om citrusvruchten voor humane consumptie, maar niet als het gaat om pulp van citrusvruchten.

Hoeveel citruspulp door nodeloos getreuzel moest worden teruggehaald en wat het terughalen kostte, daarover zwijgt de veevoerindustrie. Ook over de vraag of er misschien ook ondeugdelijk voer is vervoederd.

Soms geen Europees alertbericht

Bizar aspect is ook dat er over de schepen met de verdachte citruspulp tot nu toe geen Europees alertbericht is rondgegaan, wat normaal wel moet in dit soort situaties. Soms zijn we streng, soms niet …

Nu pleit ik er niet voor om voortaan overal superscherp op te zijn, of superlaks, maar het zou wel fijn zijn als de toezichthouders een beetje consistent zijn in geval van problemen met voer en voedsel. Ook transparant graag. Het is beter voor de geloofwaardigheid en voorkomt veel onnodig gedoe. Om het wensenlijstje compleet te maken, zou het tenslotte ook behulpzaam zijn als bij de toezichthouders weer wat meer mensen in dienst kwamen met kennis van de praktijk en met iets meer gezond verstand.

Beheer
WP Admin