Foto: Michel Velderman RundveeOpinie

‘Derogatie van levensbelang voor Twentse melkveebedrijven’

Elke maatregel is beter dan het verliezen van derogatie, stelt Bennie Stevelink, melkveehouder in Deurningen (Ov.). Zonder derogatie kunnen veel Twentse melkveebedrijven niet meer bestaan.

Recentelijk kreeg ik in mijn mailbox een bericht van FrieslandCampina, waarin werd verteld dat het fosfaatreductieplan was aangenomen. Tegelijk werd gemeld dat, vooruitlopend op het fosfaatreductieplan, was besloten tot een standstill. Het eerste wat in mij opkwam was een gevoel van opluchting. Tot dan had ik er namelijk rekening mee gehouden dat het fosfaatreductieplan slechts een schijnbeweging was, zodat bestuurders niet verweten kon worden dat ze geen moeite hebben gedaan de derogatie te redden. De standstill maakte mij duidelijk dat het menens was en geen schijnbeweging.

‘Twentse boer was er op ingesteld een bestaan te vinden op een relatief kleine oppervlakte’

Het verlies van derogatie was mijn grootste zorg. Bij ons in Twente zijn we aanzienlijk kleinschaliger dan in de rest van Nederland. Heeft men in het Noorden en Westen een gemiddelde oppervlakte van 50 tot 60 hectare, in Twente is dat 20 tot 30 hectare. Daarom had in vroeger jaren vrijwel iedere boer er naast de koeien nog wat varkens bij. Men was er op ingesteld een bestaan te vinden op een relatief kleine oppervlakte. De varkens zijn inmiddels overal verdwenen en met moet het van de koeien alleen hebben.

‘Toestanden zoals 250 koeien op 25 hectare in Brabant, kennen we in Twente niet’

Absurde toestanden zoals 250 koeien op 25 hectare die volgens de verhalen in Brabant zouden voorkomen, kennen we in Twente niet. De meest voorkomende grootte is tussen 60 en 90 koeien. Toch moeten de meeste boeren ook met derogatie al een beperkte hoeveelheid mest afvoeren, wat het laatste jaar al erg duur is geworden. Zonder derogatie wordt het totale chaos. Er wordt voorspeld dat de mestafvoer wel €30 per ton kan gaan kosten. Het wordt zo duur dat de koeien boven 170 kilo N geen rendement meer hebben.

Omvang bedrijf te klein

Inkrimpen tot onder 170 kilo N is echter ook geen optie, omdat dan bij velen de omvang te klein is om nog te bestaan. Verlies van derogatie zou voor velen in Twente dan ook het einde betekenen van hun bestaan als boer. Tegen deze achtergrond is iedere maatregel om de derogatie te redden dan ook beter dan de derogatie verliezen. Dat kwam ook tot uiting tijdens de najaarsvergadering van FrieslandCampina in district Twente, waar de aanwezige leden vrijwel unaniem het bestuur opriepen een poging te doen de derogatie te redden.

‘Iedere maatregel om de derogatie te redden is dan ook beter dan de derogatie verliezen’

De standstill duurt totdat het fosfaatreductieplan in werking treedt, waarschijnlijk 6 tot 8 weken. Boeren kunnen de standstill gebruiken om hun veestapel alvast in evenwicht te brengen met het fosfaatreductieplan en de fosfaatrechten die in 2018 worden ingevoerd. Omdat er drie verschillende referentieperioden zijn waarbij automatisch de hoogste gekozen wordt, kan ik mij niet voorstellen dat er ten aanzien van de standstill knelgevallen zijn.

‘Standstill heeft ook betekenis voor de melkverwaarding’

Naast dat de standstill een voorbereiding is voor het fosfaatreductieplan heeft het ook betekenis voor de melkverwaarding. In 2009, de eerste grote melkcrisis, werd in Azië aanzienlijk meer winst gemaakt en beurden wij ook een hogere prestatietoeslag. Dat in Azië bij een lagere melkprijs een hogere winst wordt gemaakt is logisch verklaarbaar. De producten die daar op de markt worden gebracht, worden vooral gemaakt van melkpoeder die op de wereldmarkt wordt gekocht. Bij een zeer lage melkprijs zakt de prijs van de in te kopen poeder harder dan de prijs van de consumentenproducten, waardoor de marge toeneemt. Dit jaar hadden we ondanks de lage poederprijs op de wereldmarkt en de toenemende lucratieve verkoop van kindervoeding in China geen hogere interimuitkering maar juist een 40% lagere.

Verlies op overtollige melk

Een groot deel van de winst uit Azië ging verloren door de enorme verliezen op overtollige melk in Nederland. Melk die moest worden verwerkt in producten die minder dan de garantieprijs opbrachten. Of melk die bijna gratis moest worden doorgeleverd aan derden. Als de lagere winstuitkering in mindering zou worden gebracht op de laatste 5% van de melkproductie, welke melkprijs zou daar dan nog van overblijven? Zou het nog boven nul blijven of er zelfs onder zakken?

Ik ga ervan uit dat de standstill een tijdelijke maatregel is. Als het fosfaatreductieplan eenmaal in werking is en later de fosfaatrechten zijn ingevoerd, zie ik geen nut meer voor een aparte begrenzing van de melkproductie. We moeten voorkomen dat we onnodig veel maatregelen over elkaar leggen.

Beheer
WP Admin