Wie moet schade door overmacht lijden?

De ijzel die Noord Nederland treft, raakt de veehouderij flink. Agrifirm zette de uitlevering van voer in drie provincies op een lager pitje, FrieslandCampina kan de melk niet ophalen bij zo’n 450 melkveehouders verspreid over Groningen, Friesland en Drenthe.

Deze veehouders moeten, zoals het er nu uitziet met donderdag invallende dooi, eenmalig zo’n 4 tot 5 miljoen kilo melk in de mestkelder laten lopen. Schade: zo’n €1,5 miljoen.

Niemand die twijfelt aan de noodzaak hiertoe. Het is al onverantwoord in die regio de goedgestrooide snelwegen op te gaan. Dan is het op achterafweggetjes helemaal bloedlink.

Bedrijfsrisico

Natuurlijk komt direct de vraag op wie de schade moet lijden. Formeel is dat de veehouder; het weer en de daaruit voortvloeiende schade is een bedrijfsrisico, maar gezien de relatief geringe financiële schade ligt het voor de hand dat het collectief dat draagt. Dat gebeurde eerder ook, toen veehouders bij grootschalige wateroverlast en vervoersverboden melk moesten laten weglopen.

Pro forma doet Piet Boer nog geen toezeggingen hierover, omdat het een bestuursbesluit is, maar niemand die eraan twijfelt dat de coöperatie zich opnieuw coulant zal opstellen.

‘Wegvallen melk geen probleem’

Het wegvallen van de melk is ook geen probleem. Integendeel, de laatste liters moeten toch naar de spotmarkt en brengen nu minstens een dubbeltje minder op dan de garantieprijs. Dan is de schade al beperkt tot rond een miljoen euro. Substantieel geld, maar gezien Frieslandcampina’s omzet, winst en vermogenspositie peanuts. Er zijn geheid incidentele missers die harder aantikken.