RundveeOpinie

Fokken op voerefficiëntie

Een lager voerverbruik is te halen door raskeuze en fokken op grootte. Echter, door te werken aan de drie K’s valt ook nog veel te verbeteren.

Met behulp van nieuwe technieken is sinds kort uit botfragmenten de lengte van een mens te bepalen. Zo is gebleken dat keizer Karel de Grote, die zo’n 1.200 jaar geleden leefde, 184 centimeter lang was. Daarmee was hij 24 centimeter langer dan zijn tijdgenoten. Tegenwoordig zou hij maar gemiddeld van lengte zijn.

Door eenzijdige voeding met veel granen waren de mensen in de vroege middeleeuwen kleiner. Keizer Karel komt bij praktisch iedere Nederlander in de pedigree voor. Niet alleen genetica is dus bepalend voor hoogtemaat, zeker ook voeding.

Brooklyn, de nieuwe roodbonte stier van CRV, is net als Karel de Grote 184 centimeter groot! Daarmee behoort hij tot de grootste stieren in de wereld. Net als zijn prijs overigens. Met €34 per dosis is die het dubbele van de concurrentie. Hij fokt ook 113 hoogtemaat, overigens in combinatie met 100 voorhand. Je kunt je afvragen of het nog verantwoord is ki-medewerkers te laten werken met zulke stieren.

We roepen al jaren dat kleiner beter is, maar de realiteit is dat de koeien alleen maar groter worden. Dat komt vooral doordat ki-organisaties willen exporteren. Zij moeten dus hun oren laten hangen naar buitenlandse klanten. In het buitenland wordt alleen gekeken naar wat de Verenigde Staten doen. Daar willen veehouders juist grote koeien, want die zouden meer voer kunnen verwerken. Onzin natuurlijk. Kleinere koeien zijn juist efficiënter met voer en er is makkelijker mee te werken. Niet voor niets klinkt her en der de roep om Jerseys weer.

Een overstap op Jerseys zie ik overigens niet snel gebeuren. Het is een compleet ander ras, dat andere managementskwaliteiten vraagt. Dat was indertijd ook duidelijk bij de overstap van MRIJ naar HF. Veehouders werden plots geconfronteerd met IBR, mortellaro en maagdraaiingen.

Ik kijk wel altijd met een schuin oog naar de Jerseys of er een goede stier tussen staat.

Toch zie ik meer in ‘de drie K’s’ om een betere voerefficiëntie te realiseren. De eerste K is veel Kuilvoer. Op zich is kuilvoer minder goed voor de voerefficiëntie dan soja, maar ja, soja is onbetaalbaar. Bovendien moet het dure land efficiënt worden benut. Door het lange kuilgras is er smakelijke structuur en is de kans op lebmaagdraaiingen kleiner. De koeien blijven gezond en verse koeien starten makkelijk op.

Gezonde koeien geven minder reproductieproblemen en we willen graag veel Kalveren, de tweede K. Op die manier hebben we veel verse koeien en die hebben de hoogste voerefficiëntie.

De derde K is van Koecomfort. Investeringen die dichtbij de koeien blijven, brengen het meest op. Denk aan wat meer zaagsel in de boxen of een extra klauwbekapping.

Een paringsprogramma gebruik ik niet. Op mijn bedrijf houden we alleen maar kalveren aan uit koeien met 
gezonde uiers en benen. Daarmee fok je van twee kanten op gezondheid. En gezonde dieren hebben een veel hogere voerefficiëntie. Dat weten we uit de intensieve veehouderij.

Beheer
WP Admin