RundveeOpinie

Grijpstuiver

Dat de opheffing van de productschappen uiteindelijk geen enkele kostenverlaging betekent, zal voor niemand meer een geheim zijn. De kans is zelfs groot dat de kosten de komende jaren weer oplopen, voor zowel de overheid als voor het bedrijfsleven.

De 5 cent-heffing die de melkveehouderij en zuivel vorig jaar nog kwijt waren aan het Productschap Zuivel is per 31 december 2013 verdwenen, maar deze stuiver per 100 kilo melk duikt dit jaar toch weer op op de melkgeldafrekening. Nu als inhouding van alle bij de Nederlandse Zuivelorganisatie (NZO) aangesloten verwerkers. In 2015 wordt die grijpstuiver waarschijnlijk ingehouden als collectieve heffing ten behoeve van de nieuwe ketenorganisatie Zuivel NL. Als het dan bij die 5 cent blijft, want de veehouders zijn voor 2014 formeel vrijgesteld van PZ-heffing, de industrie betaalt in 2014 nog wel een heffing aan het PZ-in-staat-van-opheffing. Daarvan worden dit jaar nog taken gefinancierd die volgend jaar deels moeten doorgaan – vinden LTO, melkveehouder en de NZO.  Dus: organisaties mogen komen en gaan, de heffing blijft bestaan.

Dat er geheven blijft worden, is geen verrassing. Het bedrijfsleven wil graag dat een deel van de taken die het PZ uitvoerde,  voortgang blijft vinden. De manier waarop die (voorlopige) stuiver aan het rollen wordt gehouden, verdient niet helemaal de schoonheidsprijs. Bij de lancering van Zuivel NL op 7 januari is er ook met geen woord over gerept. De zuivelindustrie heeft de leden/leveranciers via de binnenlijn gewoon gemeld dat de inhoudingen blijven doorgaan. Dit jaar gebeurt het bij wijze van overgangsjaar gewoon even op een iets andere wijze dan gepland.

PZ-heffing ongewenst

Formeel had het PZ de heffing dit jaar ook nog kunnen blijven innen, maar dan was het risico groot geweest dat eventueel overblijvend geld in de kas van het ministerie van Economische Zaken was verdwenen, of langdurig zou worden vastgelegd. Dit om de rekeningen die na de opheffing van de schappen per eind 2014 blijven openstaan op een later moment te vereffenen. LTO en NZO wilden dit voorkomen en zelf het geïnde geld blijven beheren. Op zich logisch.

Als Zuivel NL per 1 januari 2014 of kort daarna vol aan de bak had gekund, had deze nieuwe interbranche-organisatie (ofwel IBO, zoals dat in Europees jargon heet) de heffing kunnen innen, met goedkeuring van de minister van Economische Zaken. Die moet namelijk zo’n voorstel voor een heffing algemeen verbindend verklaren, net als bij een cao. Zuivel NL moet het doen zonder de bevoegdheid om zelf verordeningen op te stellen, in tegenstelling tot het PZ. Zuivel NL is echter nog niet  veel meer dan een set voornemens, een oprichtingsacte en een set concept-statuten. Dat komt vooral doordat Brussel de regelgeving, waaraan IBO’s moeten voldoen, nog niet klaar heeft. Bovendien is de discussie met Economische Zaken over de taakoverdracht van het PZ nog niet helemaal rond.

Wie controleert?

Als alles echter wel rond is, hoeft het weinig te verbazen of de nieuwe heffing – straks onder de vlag van Zuivel NL – gaat de komende jaren omhoog. Zelfs zonder dat de vakbonden (FNV, CNV etc. mee-eten). Want er zijn wensen genoeg in de zuivel voor onderzoek en uitvoering van taken. Maar wie controleert straks nog of de heffing voor Zuivel NL dan niet ongebreideld oploopt? De productschappen hadden altijd nog kritische boerenorganisaties, vakbonden, pers en politiek die hen scherp hielden. Als LTO, NZO en deels ook de NMV straks zelf de kassa mogen bedienen, wie zegt dan nog of het nu welletjes is geweest? Minister Kamp van Economische Zaken hoeft alleen maar te kijken of een heffingsvoorstel genoeg draagvlak heeft bij de dragende organisaties van Zuivel NL, niet of de boeren zelf ook allemaal even blij zijn met de voorstellen van een kleine groep bestuurders.

Beheer
WP Admin