Foto: Roel Dijkstra RundveeAchtergrond

Minder eiwit in veevoer: dit zijn de plannen

De emoties over ‘de voermaatregel’ lopen hoog op. De melkveesector kwam zelf met een alternatief. Wat houdt dat precies in en waar zitten de verschillen met het plan-Schouten? De feiten op een rij.

De veelbesproken voermaatregel van landbouwminister Carola Schouten om de stikstofuitstoot van melkvee te verlagen gaat op 1 september 2020 in. Tenminste, dat wil de minister en als alle benodigde formele stappen zijn gezet. Er is echter heel veel weerstand tegen de maatregel. Vanuit de melkveehouderij ligt er een alternatief plan. Als dat alsnog wordt geaccepteerd, kan de veehouder straks kiezen tussen een van beide opties.

Eiwitplan minister Schouten

In het kort:

  • maximum aan eiwitgehalte in voeders
  • gebaseerd op grondsoort
  • gebaseerd op intensiteit bedrijf
  • krachtvoergift niet gelimiteerd
  • aanpassen bovengrens mogelijk
  • ingangsdatum 1 september

Melkveehouders mogen tussen 1 september en 31 december 2020 geen krachtvoeders op het erf hebben waarin meer ruw eiwit zit dan de maximale norm. Voor enkele producten, waaronder bierbostel en tarwegistconcentraat, geldt een uitzondering. Eigen teelt is ook uitgezonderd.

De normen zijn maximaal 164 gram ruw eiwit per kilo voer voor bedrijven op veengrond, 172 gram op klei en 192 gram op zand. Deze normen gelden voor bedrijven met een intensiteit van 14.000 tot 20.000 kilo melk per hectare. Intensievere bedrijven op alle grondsoorten mogen 1 gram eiwit bij de norm optellen. Onder de 14.000 kilo melk per hectare moet er op klei en zand juist 1 gram af.

Er is een aangepaste bovengrens voor bedrijven die onder de kritische grens van 155 gram ruw eiwit per kilo voer in het rantsoen komen. Bij zo’n lage eiwitvoorziening kan de diergezondheid in gevaar komen. Met een speciale rekentool kunnen ondernemers er achter komen of ze in aanmerking komen voor een aangepaste bovengrens.

Eiwitplan melkveesector

In het kort:

  • 3% minder eiwit aanvoer op bedrijven
  • geen maximum voor eiwitgehalte voeders
  • referentie is aanvoer sept-dec 2018
  • correctie vooraf op basis van fosfaatreferentie
  • veevoersector onderbouwt via maandrapportages
  • sectorplan zou naast plan-Schouten komen

Het sectorplan (onderschreven door Agractie, DDB, Netwerk Grondig, LTO, NAJK, NMV, en de veevoersector, verenigd in Nevedi) stelt geen maximum aan het gehalte eiwit in voeders, maar kijkt naar het totale eiwitgebruik per bedrijf. Dat moet volgens dit plan 3% omlaag.

Individuele bedrijven tekenen voor 3% minder eiwit op bedrijfsniveau in de periode 1 september-31 december 2020. Als referentie gelden de eiwitleveranties in dezelfde periode in 2018. Om recht te doen aan de bedrijfsontwikkeling geldt de mogelijkheid van een reductie van 3%, na correctie op basis van de fosfaatreferentie.

De veevoersector zorgt voor onderbouwing van de reductie via maandrapportages.

Verschillen tussen beide eiwitplannen

Veehouders mogen in het sectorplan, in tegenstelling tot in het plan Schouten, nog wel eiwitrijke voeders op het erf hebben. Dit maakt het mogelijk om kritische diergroepen voldoende eiwit te blijven voeren. Dit is vooral nodig bij rantsoenen met relatief veel mais. Daar is eiwitcorrectie nodig met een geconcentreerd voer als sojaschroot of raapzaadschroot. Deze correctievoeders mogen in het plan van minister Schouten overigens wel in mengsels geleverd worden, mits het eiwitgehalte van dat mengsel maar onder de norm blijft.

Lees in dit interview met Mark van den Oever waarom Farmers Defence Force opnieuw gaat actievoeren tegen de voermaatregel

Lees verder onder de foto

Belangrijk verschil tussen de plannen van de minister en de sector is de speelruimte die de veehouder heeft om het eiwitgehalte in het rantsoen te optimaliseren. - Foto: Henk Riswick

Belangrijk verschil tussen de plannen van de minister en de sector is de speelruimte die de veehouder heeft om het eiwitgehalte in het rantsoen te optimaliseren. – Foto: Henk Riswick

Gevolgen voor gezondheid koe

Vooral bij de oudmelkte koeien, in de laatste maanden voor de droogstand, luistert de eiwitvoorziening nauw. Oudmelkte koeien die te weinig eiwit krijgen hebben een relatief overschot aan energie. Dit wordt omgezet in vet. Koeien met een te ruime conditie (BCS; Body Condition Score) lopen een grotere kans op problemen na de droogstand. Ze kalven zwaarder, hebben minder eetlust en raken daardoor sneller in een situatie van slepende melkziekte en negatieve energiebalans. Dat zet ook druk op de weerstand van de koe.

Dierenartsen noemen de problemen met vervetting vaak als mogelijk gevaarlijk gevolg van de generieke maatregel. Deze vervettingsproblemen zijn met het alternatieve voerplan te voorkomen. Dan wordt op het hele bedrijf 3 % minder eiwit gevoerd en zijn nagenoeg alle diergroepen op hun (eiwit)behoefte te voeren. Dan is het meer werken met de kaasschaaf dan het hanteren van de botte bijl.

Voor veehouders die sturen op maximaliseren van de productie is Schoutens voermaatregel wellicht toch nog wel werkbaarder dan het sector-voerplan. Schoutens maatregel voorziet immers wel in een maximalisering van het eiwitgehalte per kilo krachtvoer, maar limiteert niet het aantal kilo’s.

Lees ook: Eiwitplan raakt vooral koe in transitie

Wat mag, wat kan?

Het plan dat de sector heeft ingediend is nog niet zover uitgewerkt dat het antwoord biedt op alle vragen. Uit de informatie waarover Boerderij beschikt, blijkt niet of het rekening houdt met veehouders die, bij gelijkblijvende fosfaatreferentie, hebben geschoven in aantal stuks jongvee ten opzichte van de koeien. Jongvee heeft een andere eiwitbehoefte dan koeien.

In de stukken staat ook niet of de referentie wordt bepaald op basis van een gemiddeld eiwitgebruik per dag over een langere periode of op basis van leveranties in juist die laatste vier maanden van 2018. Het scheelt immers nogal of je net begin september en eind december 2018 nog twee keer 10 ton sojaschroot hebt ontvangen of juist op 28 augustus en 2 januari?

Verder is niet vermeld wat boeren mogen met huidige aantallen vee. Nu al meer vee aanhouden of zelfs aankopen, nu het gebruik van eiwit nog vrij is, om deze uitstootkoeien vervolgens begin september pas af te voeren of weer te verkopen? De eiwitaanvoer is dan weliswaar 3% lager, als je daarvoor mag kiezen, maar het aantal bekken om te voeren ook, zodat de eiwitvoorziening op behoefte op peil blijft en de fosfaatreferentie toch optimaal is benut.

Lees ook het interview: Meulenbroeks: voermaatregel in praktijk onbruikbaar

Minder stikstof: zo kwam de voermaatregel tot stand

De eerste contouren van het omstreden veevoerplan van landbouwminister Carola Schouten kwamen half november 2019 naar buiten. Op een persconferentie presenteerde het kabinet een stikstof-maatregelenpakket voor de korte termijn. Doel: de vergunningverlening voor de woningbouw los trekken en een aantal infrastructurele werken door laten gaan. Na de uitspraak van de Raad van State over het Programma Aanpak Stikstof (PAS), op 29 mei 2019, was de vergunningverlening gestokt.

Lees verder onder de tweet

 

Verlaging maximum snelheid
Er kwam een verlaging van de maximumsnelheid op autosnelwegen, de sanering van de varkenshouderij zou stikstofwinst opleveren en er werd ingezet op ammoniakreductie via voermaatregelen.

De Tweede en Eerste Kamer keurden het raamwerk voor de maatregelen (Spoedwet Aanpak Stikstof) op 6 en 17 december goed. De Tweede Kamer stelde als voorwaarde dat de uitwerking van de voermaatregel aan het parlement moest worden voorgelegd.

Unieke samenwerking: Landbouw Collectief
Ondertussen was een unieke samenwerking ontstaan tussen 13 landbouworganisaties onder leiding van voorzitter Aalt Dijkhuizen. Zij presenteerden als Landbouw Collectief een alternatief stikstofplan, waarvan ook voermaatregelen deel uitmaakten.

Er volgde een periode van soms tumultueus overleg tussen het kabinet en het Landbouw Collectief, dat ook nog werd bemoeilijkt door de uitbraak van het coronavirus.

De minister wilde voermaatregelen inboeken in een nieuw stikstofregister, zodat de stikstofruimte gebruikt kon worden voor ander andere de woningbouw. Het Landbouw Collectief kreeg het idee dat de liefde van één kant moest komen: de landbouw mocht stikstofruimte leveren, maar kreeg er niets voor terug. Begin april schortte het collectief het overleg op.

6 mei 2020: minister presenteert voermaatregel
Toen ging de minister haar eigen weg. Ze publiceerde op 6 mei haar eigen voermaatregel. De maatregel beperkt voor een periode van vier maanden (september-december) het gebruik van eiwitrijk (kracht-)voer en legt normen op aan de gehalten eiwit in krachtvoer. De krachtvoermaatregel leidde tot veel vragen in en buiten de Tweede Kamer. De SGP probeerde de ministeriële regeling tevergeefs van tafel te krijgen.

Er kwam een nieuw overleg met de minister op gang met een Melkveegroep, een Landbouw Collectief in afgeslankte vorm, zonder Farmers Defence Force. Ministerie en de melkveevakgroep van LTO leken te koersen op een compromis, maar uiteindelijk durfde de minister het niet aan. Ze voorzag te veel juridische en uitvoeringstechnische haken en ogen aan het sectorplan.

Kritiek op plan Schouten zwelt aan
De kritiek zwol ondertussen aan, onder andere vanuit de Koninklijke Maatschappij voor Diergeneeskunde, die voorziet dat er gezondheidsproblemen bij het melkvee kunnen ontstaan. In het Europees Parlement werden vragen gesteld. Stichting Stikstofclaim deponeerde een klacht via de Europese Commissie. Coalitiepartijen VVD en CDA broedden op een list, die alsnog het sectorplan een kans biedt.

Het Planbureau voor de Leefomgeving moet als scherprechter dienen. Als het sectorplan net zoveel stikstofwinst oplevert als de ministeriële regeling, zal het als optie voor melkveehouders kunnen worden ingezet.

Medeauteurs: Jan Braakman en Mariska Vermaas

Lees meer over het stikstofbeleid

Beheer
WP Admin