Grote verschillen in bemestende waarde drijfmest

Een monster van de aanwezige drijfmest is geen overbodige luxe bij het afstemmen van de drijfmestgift en het berekenen van de benodigde aanvullende bemesting van het grasland.

Dat blijkt uit analyses van rundveedrijfmest, uitgevoerd door Eurofins Agro in Wageningen.

Het gemiddelde N-totaalgehalte komt uit op 3,81 kilo per ton, maar de variatie is 1 kilo plus en min. De totale hoeveelheid stikstof komt voort uit een deel N-mineraal en een deel N-organisch. Het gemiddelde voor N-mineraal is 1,80 kilo per ton, met een met een variatie 0,42 plus of min. Het gehalte N-organisch ligt tussen 1,13 en 2,88 kilo per ton, met een gemiddelde van 2,01.

Enorm lage ondergrenzen fosfaat

De andere belangrijke elementen in rundveedrijfmest zijn kalium en fosfaat. Rundveedrijfmest bevat gemiddelde 5,58 kilo kalium per ton mest, met variaties tussen 4,40 en 6,76. Het gemiddelde fosfaatgehalte is enorm gedaald tot 1,37 kilo per ton. De variaties lopen uiteen van 0,19 tot 2,56 kilo per ton. De enorm lage ondergrenzen hebben mede te maken met de hoeveelheid droge stof per ton. Deze is gemiddeld 7,9%, maar varieert tussen 3,6% en 12,1%. Van alle mestmonster bevindt ruim 40% zich in de klasse 7 tot 9% droge stof per ton. Rond 20 % van de monsters bevat meer droge stof, maar bijna 40% bevat minder dan 7 % droge stof per ton.