Het is hoog tijd voor een nieuwe visie op de Nederlandse melkveehouderij, stelt Wouter van der Weijden. Efficiëntie in de productie is belangrijk, maar dat is volgens hem niet belangrijker dan de eisen van de samenleving en de EU.
Vier jaar geleden begon Aalt Dijkhuizen, toen bestuursvoorzitter van Wageningen UR, in Trouw een media-offensief voor zijn visie op de veehouderij. Kort gezegd: de wereldwijde vraag naar zuivel, met name ook in China, gaat groeien. De groeiende melkproductie moet zo efficiënt mogelijk plaatsvinden. Dat kan het best door een hoge productie per hectare en per koe, want dat bespaart kosten, grond en grondstoffen en beperkt de emissies van stikstof en fosfaat. Nederland is daarin gidsland, dus de productie moet juist hier groeien, ook als ze elders zou krimpen.
Is deze doctrine wetenschappelijk houdbaar? Dat is de vraag. Dijkhuizen beroept zich vaak op Wageningse zogeheten levenscyclus-analyses (LCA’s) voor melk, maar in die analyses ontbreken zaken als ontbossing voor veevoerproductie, behoud van bodemvruchtbaarheid en afbraak van koolstof in de bodem. Ook gaat het in de doctrine om de emissies per kilo melk en niet per hectare - maar juist dat laatste telt in de Europese Nitraatrichtlijn. Voorts is een hoge productie per koe niet per definitie efficiënt.
'Bevrijdingsdag'
Hoe dan ook heeft Dijkhuizen met dit verhaal snaren geraakt van talloze veehouders, de zuivelindustrie, banken en de politiek, met name ook in zijn eigen partij, de VVD. Mede daardoor werd het einde van de melkquotering per 1 april 2015 door velen gezien als bevrijdingsdag. Toeval of niet, het was Rabobankier Ruud Huirne (ooit gepromoveerd bij Dijkhuizen) die op 1 april 2015 groeivisioenen presenteerde. Eindelijk kon de Nederlandse melkproductie weer groeien. Er waren al zuivelfabrieken bijgebouwd, veehouders zouden meer geld gaan verdienen en dat was nog duurzaam ook.
Het einde van de quotering leidde tot veel uitbreiding in de melkveehouderij.
Foto: Hans Banus
Wat is daar nu van terecht gekomen? Inderdaad is de productie in Europa gegroeid, het sterkst in Nederland en Ierland. Maar die groei drukte de melkprijs wereldwijd omlaag, wat werd versterkt door een Russische boycot en tegenvallende vraag uit China. Ook de Nederlandse zuivelindustrie moest flink wat melk afzetten tegen afbraakprijzen. Veel melkveehouders raakten in de problemen. En opmerkelijk: recent pleitte dezelfde Huirne voor een noodplan voor de sector.
Door de groei van de melkproductie kwam ook de derogatie in gevaar. Het fosfaatplafond dat met de EU was afgesproken, werd fors overschreden. Al in juli 2015 moest de overheid een stelsel van fosfaatrechten aankondigen, dat in 2017 ingaat. Wil Nederland zijn derogatie behouden, dan zal al op korte termijn een forse krimp moeten plaatsvinden. En dan niet alleen van de mestproductie, maar ook van de melkproductie, want het heeft binnen Europa kwaad bloed gezet dat Nederland de snelste groei heeft doorgemaakt en daarmee relatief veel heeft bijgedragen aan de daling van de melkprijs. Die krimp betekent bovenop de lage melkprijs een extra aderlating voor veel melkveebedrijven.
Kostprijs zal sterk stijgen
Sneuvelt de derogatie desondanks, dan is de aderlating nog groter, want veehouders zullen structureel meer mest moeten afvoeren en meer kunstmest moeten aankopen. Of de melkprijs dan nog laag is, weten we niet, maar de kostprijs zal sterk stijgen. Links- of rechtsom komt er dus een koude sanering van melkveebedrijven. Veel kouder dan het geval zou zijn geweest als de productie was beheerst.
En het milieu? Dat is er niet op vooruitgegaan. Recente cijfers voor nitraat in grondwater ontbreken, maar het sterk gegroeide mestoverschot zorgt voor meer fraudedruk op de mestmarkt. Los daarvan gaat éérst sterk groeien en daarna sterk krimpen gepaard met verspilling van kapitaal en grondstoffen. En als veehouders meer kunstmest moeten aankopen, daalt de efficiëntie van de melkveehouderij – het tegendeel van wat Dijkhuizen beoogt.
Wat kunnen we van deze geschiedenis leren?
- De Dijkhuizen-doctrine is een halve waarheid. Ja, efficiëntie is belangrijk, maar nee, dat is niet belangrijker dan de eisen van de samenleving en van de EU.
- Het Nederland-gidsland verhaal heeft geleid tot megalomane groeiplannen. Zulke plannen lopen vaak verkeerd af. Denk maar aan Van der Hoeven’s Ahold, Rijkman Groenink’s ABN AMRO en Daan van Doorn’s VION.
- De gidslandpretenties hebben de melkprijs onnodig sterk verlaagd, de derogatie in gevaar gebracht en slaan zo als een boemerang terug op de melkveehouderij.
- Ook Wageningen UR heeft mondiale gidspretenties. Maar naast excellente kennis en inzichten produceert Wageningen ook dwaalsporen. En het heeft verzuimd te waarschuwen voor overschrijding van het fosfaatplafond. Het is dus allesbehalve een instituut waar we blind op kunnen varen.
Al met al is het hoog tijd voor een nieuwe visie op de Nederlandse melkveehouderij met een bredere wetenschappelijke en maatschappelijke basis.