RundveeAchtergrond

‘Wie slaat met de vuist op tafel?’

De Nederlandse melkveehouder verliest de strijd op de wereldmarkt als er geen ketenregisseur voor de zuivel komt. Die moet de financieringsstructuur herzien.

“De winstgevendheid van de Nederlandse melkveehouderij loopt internationaal gezien flink achter. Ingrijpende hervormingen zijn nodig om de toekomst van de sector veilig te stellen”, stelt scheidend voorzitter van European Dairy Farmers Harm Holman.

Hoe staat de Nederlandse melkveehouderij er voor?

“Kenmerkend voor de sector is het ongebreidelde optimisme. De melkveehouders zijn enthousiast en technisch zeer kundig. Toch moet ik met lede ogen aanzien dat ze wat betreft hun financiële positie achterlopen op hun concurrenten wereldwijd. En ze onderschatten dat nog wel eens.”

Wat gaat dan fout?

“De gemiddelde kostprijs ligt te hoog. We beschikken in Nederland over de beste zui­vel­in­dus­trie ter wereld. Dat helpt ons, maar het grootste deel van deze winst gaat verloren aan onze kostenstructuur. Belangrijke zuivellanden als Nieuw-Zeeland, de Verenigde Staten, en ook Engeland en Ierland werken met een gemiddelde kostprijs onder 30 cent per kilo melk. We moeten wel met deze landen concurreren op de wereldmarkt.”

[([002_rb-image-2680375.jpeg]:inzetgroot)]

Naam: Harm Holman (57). Organisatie: Nederlandse afdeling van European Dairy Farmers. Functie: voorzitter. Foto’s: Jan Willem van Vliet

Waardoor ligt de gemiddelde kostprijs in Nederland te hoog?

“Twee dingen zijn funest. Banken willen financieren en veehouders kunnen zich niet beheersen. De kostprijs stijgt waar ruim wordt gefinancierd. Melkveehouders investeren meestal met geleend geld en kijken hoeveel ze kunnen lenen in plaats van wat ze nodig hebben. Het belang van een rendabele financiering verliezen ze daarbij uit het oog.”

Zowel banken als melkveehouders zouden terughoudender moeten zijn?

“Banken denken te veel vanuit hun eigen positie, ze gaan voor maximaal eigen gewin. We denken in Nederland te kunnen financieren op 34,5 cent per kilo melk en zijn één van weinige landen die werken met een afschrijvingstermijn van 25 tot 30 jaar. Veel boeren zijn daardoor in wezen lijfeigene van de bank. Elders investeren melkveehouders uit de cashflow. Als al geleend wordt, lossen ze de leningen in twee tot drie jaar af. Het enige wat veel Nederlandse veehouders nog redt, is de waardestijging van hun grond.”

[([003_rb-image-2683500.jpeg]:inzetgroot)]

 

De zuivelconsumptie groeit wereldwijd en Nederland is een sterk exporterend land. Liggen er geen mooie jaren in het verschiet?

“Als ik ergens moe van word zijn het bestuurders van zuivelondernemingen en banken die wijzen op de goede vooruitzichten voor de Nederlandse zuivel. Dat de consumptie met een stijgende wereldbevolking toeneemt geloof ik, maar ik vind het een te simpele, bijna naïeve gedachte dat dit automatisch leidt tot meer melkgeld. Een structurele melkprijs van 40 cent gaat hem niet worden. De productie groeit enorm zodra de melkprijs stijgt.

Daarbij moeten we zorgen voor een onberispelijk product. Ook daar voorzie ik problemen als niet drastisch wordt ingegrepen. Zaken als duurzaamheid en maatschappelijke waardering staan onder druk. Neem bijvoorbeeld weidegang, een imagotijdbom. We hebben iets afgesproken wat we waarschijnlijk niet waar kunnen maken.”

Al met al moet er een hoop anders. Wie neemt de regie?

“De zuivelondernemingen, de banken en LTO lijken het erover eens dat ze willen gaan voor het grondgebonden gezinsbedrijf dat zich duurzaam ontwikkelt en weidegang toepast. Rabobank, FrieslandCampina en de overheid kunnen zaken afdwingen. Maar hoeveel melkveehouders heeft Rabobank al financiering geweigerd omdat ze niet duurzaam werken? En bij hoeveel melkveehouders heeft FrieslandCampina geweigerd de melk op te halen omdat ze niet duurzaam werken? Daadkrachtig optreden kan veel ellende voorkomen. Banken, zuivel noch overheid hebben het lef om bedrijven die ongewenst acteren een halt toe te roepen, te zeggen wat we wel en niet willen.”

‘Veel boeren zijn in wezen lijfeigene van de bank’

Zou het niet beter zijn als LTO de regie in handen neemt?

“Bij LTO komen ze er niet aan toe verder te kijken dan de dag van morgen, terwijl de discussie juist zou moeten gaan over hoe te komen tot een sterke en concurrerende melkveesector over tien jaar. Neem de invoering van fosfaatrechten, een gevolg van het niet goed aftikken van de grondgebondenheid. LTO is te veel bezig met iedereen te pleasen.”

Wat moet er gebeuren?

“Het wordt tijd dat één van die partijen met de vuist op tafel slaat. Ze zouden een fonds moeten oprichten voor herstructurering van zowel de melkvee- als varkenssector. Door fosfaatrechten op te kopen kunnen we tot een warme sanering komen voor mensen die problemen hebben, en mogelijkheden creëren voor ondernemers die blijven.”

Hoe vul je zo’n fonds?

“Room onze GLB-gelden af met € 20 miljoen. De zuivel zou een gelijk bedrag kunnen bijdragen, net als Rabobank. Als we dan de overheid ook nog kunnen overtuigen € 40 miljoen bij te dragen hebben we € 100 miljoen om de twee sectoren duurzaam te hervormen.”

Robert Bodde en Jan Willem Veldman

Beheer
WP Admin