RundveeAchtergrond

‘Tachtig uur per week werken is niet normaal’

Melkveebedrijven worden groter, dus neemt de factor arbeid toe. Wie daar niet goed op inspeelt, gaat daar vroeger of later de mist mee in, zegt Abiant-directeur Metske Kloppenburg.


Nu melkveebedrijven groter en intensiever worden, wordt arbeid een belangrijke factor in de bedrijfsvoering. Denken veehouders daar wel voldoende over na? Lang niet altijd, zegt directeur Metske Kloppenburg van Abiant Uitzendgroep in Groningen, onderdeel van de coöperatie voor agrarische bedrijfsverzorging Abiant in het Noorden.

Alles zelf doen

Kloppenburg ziet steeds meer melkveehouders die te lang blijven hangen in het idee dat ze alles zelf willen doen. Bij elke stap in de schaalvergroting vergen ze meer van zichzelf, een proces dat uiteindelijk eindigt in arbeidsongeschiktheid.

Melkveehouders die zich wel oriënteren op vreemde arbeid, moeten rekening houden met de trend dat het ook in de melkveehouderij steeds moeilijker wordt om medewerkers lange tijd aan het bedrijf te binden, zegt Kloppenburg. “En als je wilt inzetten op automatisering om het arbeidsvraagstuk op je bedrijf zo veel mogelijk te elimineren, is het zaak dat op tijd te doen. Want voordat je het weet kom je erachter dat je niet voor de buitenmelker maar voor de melkrobot had moeten kiezen. En heb je als melkveehouder wel de vaardigheden om die Pool of Roemeen op je bedrijf goed aan te sturen? Nadenken over arbeid op je bedrijf, het is zo belangrijk, vindt Kloppenburg.

Bedrijven worden groter en intensiever, betekent dat dat de factor arbeid belangrijker wordt?

“Ja dat klopt, en boeren gaan er verschillend mee om. Je ziet melkveehouders die erg inzetten op mechanisering, automatisering en robotisering om het arbeidsvraagstuk zo veel mogelijk te elimineren. Daarnaast zie je een groep boeren die het met reguliere loondienstverbanden gaat oplossen. De zzp-pool, die al relatief groot is in de agrarische sector, zal zeker niet krimpen. Je hebt een groep die heel veel werkzaamheden uitbesteedt aan het loonbedrijf. Daarnaast heb je melkveehouders die mogelijkheden zien om met buitenlandse werknemers het werk rond te zetten.”

Ik tel vijf groepen.

“Ja, maar je zult allerlei mengvormen zien. Je hebt verschillende smaken, er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden.”

En elke weg blijft begaanbaar?

“Vanuit onze middelbare landbouwscholen komt 
zeker minder potentieel beschikbaar dat als werk-nemer aan de slag wil in de agrarische sector. We krijgen minder jeugd en het palet aan arbeid is breed. Dat betekent dat jonge mensen voor verschillende sectoren kiezen. Dat is al enkele jaren gaande. Dat maakt de situatie op de arbeidsmarkt best wel nijpender.”

Wat zijn de effecten daarvan?

“Op de langere termijn zal het voor boeren in de intensieve veehouderij en in de melkveehouderij steeds moeilijker worden om werknemers langdurig aan het bedrijf te binden. Deze veehouders moeten dan gaan kiezen: robots, buitenlandse werknemers, of werken met losse inhuur links en rechts. Als je met een scheef oog naar het buitenland kijkt, zie je eigenlijk dezelfde ontwikkeling. In Denemarken neemt het een enorme vlucht om het werk met buitenlandse werknemers rond te zetten.”

[([002_rb-image-2679551.jpeg]:inzetgroot)]

Foto’s: Jan Willem van Vliet

Gaan we Denemarken achterna?

“We hebben hier natuurlijk ook de tendens dat bedrijven opschalen. Velen proberen dat vol te houden als familiebedrijf. Veehouders groeien door, altijd alles zelf gedaan. Dan gaan bedrijven van 100 naar 120 koeien en dan zegt de melkveehouder: ach, wat kan dat nou zijn, 20 koeien meer. Dan zet hij nog een stap, hij gaat naar 140. Op zich lijkt dat weinig, maar de intensiteit wordt groter, de rustmomenten worden korter. Na een aantal jaren van heel intensief werken treedt dan arbeidsongeschiktheid op.”

Dan heeft de boer te veel van zichzelf gevraagd?

“Ja, te lang doorgegaan, te weinig rust. Meer, groter, de schouders eronder, we zijn altijd flink geweest, dat doen we samen wel even. En dan een aantal jaren later de rekening gepresenteerd krijgen. Daarbij zeg je achteraf: goh, ik had eerder voor mezelf een plan moeten maken rond de vraag wat nou de arbeid is op mijn bedrijf. We hebben de cijfers, we zien de tendensen: het aantal mensen met arm-, rug-, nek- en schouderklachten neemt toe. Omdat iemand een bepaalde handeling in het verleden 60 keer per dag deed, later 140 keer per dag en nu 200 keer per dag.”

Wordt op de bedrijven wel genoeg nagedacht over de factor arbeid?

“Ik denk dat die bewustwording wel groeit, maar evengoed zeg ik: denk bij de uitbreiding van je bedrijf ook aan arbeid. Als melkveehouders plannen maken gebeurt dat nog te weinig, ook om budgettaire redenen. Maar realiseer je wel dat je bij een schaalvergroting op termijn € 30.000, € 40.000 of wel € 60.000 aan arbeidskosten per jaar hebt. Wees daarin reëel. Het is niet normaal dat iemand tachtig uur werkt. En als iemand zegt dat hij een paar tropenjaren draait om een gat te overbruggen, prima, maar heb dan zo veel realiteitszin dat die zeventig, tachtig koeien per man uiteindelijk de max is. Punt.”

Lees de rest van interview met Metske Kloppenburg in Boerderij 49 van 1 september, pagina R19.

Inspiratiedag Melkvee XL

Abiant-directeur Metske Kloppenburg spreekt op de Boerderij-inspiratiedag Melkvee XL op 30 september in Biddinghuizen over de flexibiliteit van de arbeidsmarkt. Hij zal vertellen dat er geen eenduidige oplossing is om het arbeidsvraagstuk op te lossen. Ook probeert hij het verschil te duiden tussen een zzp’er, bedrijfsverzorger of iemand in vaste dienst. Waarom kost de één € 25 per uur en de ander € 34? Ook komen de valkuilen aan bod. Wat moet de ondernemer weten als hij met een zzp’er aan de slag gaat? En wat moet hij regelen als hij werkt met een Roemeen?

Lees meer over Inspiratiedag Melkvee XL

Beheer
WP Admin