RundveeAchtergrond

Crisis door einde melkquotering

Vijf maanden na het einde van de melkquotering is er crisis. Door collectieve drang tot melken, een grillige markt en een inflexibele productie.

Ruim vijf maanden na het einde van de melkquotering gaan melkveehouders in veel Europese landen de straat op. Je zou zeggen: zie hier het gelijk van de voorstanders van productiebeheersing. Maar de laatste jaren is voortdurend gehamerd op meer ondernemerschap, ook in de melkveehouderij. In een bedrijfstak met echte 
ondernemers is het niet nodig hen steeds in toom 
te houden. Ze beheersen zelf hun productie, gestimuleerd door de markt. De vraag is echter: werkt het al zo in Nederland en in de rest van de Europese Unie?

Cijfers Europese Commissie

De officiële cijfers die Nederland aanlevert bij de Europese Commissie, wijzen daar nog niet op. Een tempering van de aanvoer is nog niet merkbaar. 
Tot en met juni is een flinke plus geboekt in de melkaanvoer. Voor het hele eerste halfjaar staat de teller juist op 6 procent meer aanvoer.

Wie dan bedenkt dat de melkaanvoer tot en met eind maart in Nederland juist ruim 2 procent achterliep (aldus de Europese Commissie), begrijpt dat sinds 1 april nog harder is gemolken dan uit die 6 procent blijkt. In april viel het nog mee, maar in mei gingen alle remmen los.


Blijvend hogere aanvoer

Recentere gegevens van FrieslandCampina en anderen bevestigen het nog altijd fors hogere aanvoerniveau, al ligt het piekmoment in mei weer een tijdje achter de rug. Er is sprake van een kleine seizoensmatige daling, maar ten opzichte van de productie in dezelfde maand een jaar geleden, werd in augustus nog steeds zo’n 9 à 10 procent extra gemolken. Sommige fabrieken zeggen dat de aanvoer de laatste tijd iets verder naar beneden lijkt te gaan. Mogelijk gaat die nog sterker naar beneden, als geleidelijk aan meer dieren op stal gaan en de grasgroei afneemt. Dan zijn meer uitgaven nodig om de productie op peil te houden en dat wordt dan lastiger.

Duidelijke reactie ontbreekt nog

In de meeste andere EU-landen wordt tot en met juni ook een flinke plus in de melkaanvoer geregistreerd.

Een duidelijk reactie op de veranderende zuivelmarkt is nog niet aan te wijzen. Lagere zuivel- en voorschotprijzen vertalen zich niet zomaar in een lagere melkaanvoer, zoals je in markten buiten de landbouw zou verwachten. Veehouders produceren schijnbaar onbekommerd door, of de opbrengstprijs van melk nu hoog is of laag. Terwijl de lessen van de vorige melkcrisis (2009) nog vers in het geheugen zouden moeten liggen; namelijk dat veehouders hun kosten moeten verlagen en buffers aanleggen.

Onderlinge concurrentie

Deze les is de voorbije jaren wat ondergesneeuwd. Melkprijzen waren hoog, met het oog op het einde van de quotering zijn veel nieuwe stallen gebouwd, waarvoor fors moest worden geïnvesteerd. Van buffers aanleggen kwam het veelal niet. Zelfs als ze al konden, wilden veel boeren na het einde van de quotering nog niet temperen. Het was te verleidelijk om het niet te proberen: gas geven nu het kan.

De Ierse melkveehouderij heeft de productie sinds 
1 april het sterkst uitgebreid. Hier wordt het snelst en het langst winst gepakt.

Volume

Eerlijk gezegd kan echt remmen in een flink aantal gevallen ook niet meer. Er is een traject ingezet waarvan lastig op het laatste moment kan worden afgeweken. Wie zwaar heeft geïnvesteerd, moet aan veel betalingsverplichtingen voldoen en moet dus de kasstroom op peil houden. Dat is volume blijven leveren. In veel gevallen was per 1 april of kort daarna ook nog extra vee aangekocht.

Ook is er nog de onderlinge concurrentie: Welke melkveehouders in de EU zijn de blijvers en houden het langste vol in een lastige markt, en welke melkveehouders haken eindelijk eens af?

Bal terug bij boer

Dan is er nog de markt zelf. Die kromp, terwijl er meer en meer melk kwam. Al sinds eind 2014 was duidelijk dat de zuivelmarkt onderuitging. Rond februari trad kort herstel op; dat zette velen op het verkeerde been. Veehouders vatten weer moed. Het bleek echter een ongefundeerd herstel, want prijzen stegen wel even maar qua vraag veranderde eigenlijk weinig. De behoefte aan meer melk bleef uit.

Melkveehouder aan zet

Achteraf bezien was het mooi geweest als de zuivelindustrie dit op waarde had geschat en de betekenis ervan had uitgelegd aan de melkveehouders. Die hadden het wellicht ook zelf kunnen opmerken en ernaar handelen, maar in een transparante markt is dat moeilijk. Hoe het ook zij, de markt ging al vrij vlot na het oplevinkje in februari weer omlaag, om voorlopig die tendens vast te houden. Tot de prijzen in de tweede helft van augustus blijkbaar te ver naar beneden waren doorgeschoten. De markt lijkt het dieptepunt voorbij en is iets opgeveerd, maar zicht op echt herstel is er nog niet. Het aanbod blijft te hoog, de vraag te zwak. De remedie ligt grotendeels in handen van melkveehouders zelf. Hoe minder melk er komt, des te eerder prijzen weer stijgen.

Politiek

Voor een deel zijn de huidige problemen ook het gevolg van (geo-)politiek. Hadden de Russische en Chinese overheden hun invoerbeleid niet aangepast, dan waren er wellicht meer afzetmogelijkheden geweest. Dan nog had dit een neergang van de economieën in deze landen niet kunnen stoppen en was de bal opnieuw bij de aanbodzijde teruggekomen. In Nieuw-Zeeland is de uitstoot van melkvee al begonnen.

Lees hier alles over de crisis.

Beheer
WP Admin