RundveeAchtergrond

Melk per kilo fosfaat wordt het nieuwe sturende kengetal

De maatregelen waar de melkveehouderij op wacht zullen sommige individuele bedrijven in de problemen brengen. Boeren doen er ondanks alle onduidelijkheden goed aan nu al te anticiperen, vinden Harm Wientjes en Gé Backus.

De veronderstelde invoering van fosfaatrechten zal op steun kunnen rekenen bij meerdere partijen. En wat de precieze invulling ook zal zijn, duidelijk is dat er iets in de plaats komt voor het melkquotum. Immers de melkveehouderij moet net zoals de andere sectoren oplossingen vinden voor een goed milieu. Op een aantal bedrijven zal dit pijn gaan doen. Kijkend naar de invoering van de varkensrechten in 1997 hoef je de woorden ‘varkens’, ‘dierrechten’ en ‘1997’ in de wet maar aan te passen en de wettekst voor de melkveehouderij lijkt klaar. Maar de grondgebonden veehouderij is anders, de regelgeving ook, en daarmee ook de mogelijke oplossingen op het eigen bedrijf.

Referentiejaar

Onvermijdelijk leidt de keuze van iedere referentie uit het verleden tot knelgevallen. Quotum kopen of leasen in de voorbije jaren heeft bedrijfsontwikkeling mogelijk gemaakt, zonder de totale melkproductie te vergroten. Vanaf 1 april 2015 kunnen bedrijven ontwikkelen mits voldaan is aan de voorwaarden in de NB-wet en de AMvB over grondgebondenheid. Daarnaast kan de handreiking die geboden wordt via de BEX in 2015 nog voor ruimte zorgen. De staatssecretaris wil geen knelgevallenregeling. De tijd zal leren of ze hieraan kan vasthouden. Want het is te voorzien dat er schrijnende situaties ontstaan op een aantal bedrijven.

Voor en nadelen

Het bepalen van de referentie op basis van een gehouden aantal dieren in het verleden en het verschil met de huidige situatie is voor sommige melkveehouders onduidelijk, echter makkelijk te bepalen met eenvoudige rekenmodellen. Als BEX wordt toegestaan om binnen de fosfaatruimte te optimaliseren, kun je nog kijken welke groei behouden kan worden of wellicht nog aanvullend is te realiseren. Daar zijn lang niet alle probleemsituaties mee opgelost. Voordeel van een fosfaatreferentie is dat je er voor de zittende productie een waardecomponent bij krijgt waar je niks voor betaalt. Met name uitdrijvers en stoppers profiteren daarvan. Nadeel is een kostprijsverhoging die boeren elders niet hebben.

Economisch optimum

Door de invoering van fosfaatrechten zal de sturing richting het economisch optimum veranderen. Bij bedrijfsontwikkeling zal altijd de meest schaarse factor zo goed mogelijk worden benut. Melk per kilo fosfaat wordt het nieuwe sturende kengetal. Als we de gemiddelde jaarlijkse quotumkosten van 5 cent per procent vet doortrekken, gaat elke kilo fosfaatproductieruimte €47 kosten oftewel €2.000 per koe per jaar. De grafiek geeft voor een specifieke bedrijfssituatie de kosten per kilo fosfaatruimte weer, rekening houdend met de optie om via BEX te mogen sturen. BEX is dan veruit de goedkoopste variant, gevolgd door de productieverhoging per koe. Aanvullend kan de kostprijs nog oplopen om aan de AMvB te moeten voldoen in combinatie met verwerken van het overschot. Welke combinatie van maatregelen optimaal is, hangt helemaal af van de individuele bedrijfssituatie. Voor een aantal ondernemers is het nog mogelijk om stallen te bouwen, dan wel stalruimte te benutten. Duidelijk is dat fosfaatrechten (voor dierrechten geldt dat ook) forse kosten met zich mee zullen brengen. Dit wordt goed zichtbaar als je de prijs van fosfaat herleidt uit de prijs van quotumkosten in het verleden.

Toekomst

De contouren van het nieuwe systeem worden steeds duidelijker, evenals de gevolgen op de bedrijven. Die zijn zeer divers. Natuurlijk staan ook nog vele vragen open. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met een bedrijf dat na het gekozen referentiejaar zijn quotum verkocht heeft? Of volgen die rechten degene die het quotum gekocht heeft?

Het ligt voor de hand dat ergens rondom 2013, 2014, of wie weet de meitelling 2015 een keuzemoment komt te liggen. Zo gezien moeten bedrijven nu al handelen. Bij de varkenshouderij zijn er geen uitzonderingen meer gekomen na het aankondigen van de regeling, dus dat ligt ook voor de rundveehouderij nu niet voor de hand.

Er komt een vorm van regulering, dat is zeker. Die zal nog veel stof doen opwaaien. Van de systematiek van varkensrechten die in 1997 is ingesteld, zijn op dit moment de laatste probleemgevallen nog in afwikkeling. Hoe eerder een ondernemer nadenkt hoe hij op de regels in kan spelen, hoe groter de kans dat hij niet in die categorie terechtkomt en met perspectief door kan boeren.

Harm Wientjes, projectleider DLV Rundvee Advies, Gé Backus, directeur Connecting Agri and Food

Beheer
WP Admin