Dragers ruimen essentieel bij ‘listig virus’ BVD

Ruimen van dragerkalveren is cruciaal in een succesvolle aanpak van BVD. Dat zeggen deskundigen. Nederland wil in 2017 starten met een verplichte aanpak. Tijdens het congres Gezonde Melkveehouderij in Zwolle legt Ruben Tolboom, dierenarts bij Boehringer Ingelheim, uit dat in de EU vooral BVD type 1 (>90 procent van de gevallen) voorkomt. In de VS is de helft van de gevallen terug te voeren op type 1, de andere helft is type 2. In Nederland zijn er van dat laatste type alleen uitbraken (veertien geweest op vleeskalverbedrijven. In België en Duitsland zijn ook enkele melkveebedrijven aangetoond met BVD type 2.

Listig BVD-virus liet Vlaamse topmelker enorm kelderen

Hoe ‘listig’ het BVD-virus is toont Stefaan Ribbers (Diergezondheidszorg Vlaanderen) met een voorbeeld. Een topmelker met zestig melkkoeien in Vlaanderen, met gesloten bedrijfsvoering wordt in 2011 getrokken door een BVD-uitbraak. In de periode 2008-2010 behoorde de gemiddelde productie tot de Top-10 in Vlaanderen. Hij zakte snel weg naar een 156e plaats. Het duurde tot 2014 voordat hij zich weer in de Top-10 kon melden.

BVD vooral een economische ziekte

BVD is vooral een economische ziekte. Bij de subklinische variant liggen de kosten tussen de €60 en €90 per koe per jaar. Bij een uitbraak tot €500 per koe per jaar, zo geeft de Nederlandse dierarts Pauline Athmer (Nijkerk Wellensiek) aan. De veiligste manier om BVD te bestrijden is volgens haar door te vaccineren, ofwel nieuwe infecties te voorkomen.

Onderzoek via een oorbiopt kan snel uitwijzen of een kalf een ‘drager’ is of niet.

Wick Natzijl

Meeste problemen door BVD-dragers

De zogenoemde BVD-dragers geven de meeste problemen. Een BVD-drager ontstaat tijdens de dracht door een besmet moederdier. Het kalf beschouwt het virus als lichaamseigen, bouwt geen antistoffen op en scheidt permanent virus uit. De bestrijding van BVD begint dan ook met vroege opsporing van deze dragers. De Belgen zijn in 2015 met een verplicht bestrijdingsprogramma gestart. Doel is om het virus in vijf jaar tijd uit te roeien. Nu ligt het percentage besmette bedrijven nog op 40 procent.

Van elk Belgisch kalf wordt oorbiopt genomen

Van elk geboren kalf, nu al 800.000, in België wordt binnen zeven dagen na geboorte, een oorbiopt genomen. Dragers mogen niet in de handel en het advies is dragers op te ruimen. 85 procent van de Vlaamse veehouders doet dat. De onderzoekskosten worden vergoed, maar de waarde van het kalf zelf niet. BVD vrije kalveren krijgen het statuut IPI-vrij. In een later stadium volgt verplichte bedrijfscertificatie.