Algerije blijft melkveesector financieel ondersteunen

De Algerijnse overheid blijft de eigen zuivelsector 
financieel ondersteunen om de afhankelijkheid van de import van zuivelproducten te verminderen. Dat meldt het Amerikaanse ministerie van landbouw (USDA). Desondanks behoort 
Algerije wereldwijd nog steeds tot de grootste importeurs van melkpoeder.

Subsidie en belastingverlaging

Melkveehouders in Algerije kunnen rekenen op subsidie voor de import van melkkoeien (25 tot 50%) en voor de productie en verwerking van melk. Ook wordt de belasting op import van diverse voedergrondstoffen en melkmachines verlaagd.

Tekort aan zuivel, productie rauwe melk wel toegenomen

Sinds 2009 zijn er jaarlijks zo’n 25.000 koeien geïmporteerd. Toch ligt de eigen melkproductie nog ver van de benodigde 5 miljoen ton binnenlandse zuivelconsumptie. Algerije kampt met een tekort van 1,5 miljoen ton zuivel.

De productie van rauwe melk is afgelopen jaren wel flink toegenomen tot 3,5 miljoen ton. Naar schatting bestaat 70% van deze melk uit koemelk. De rest is afkomstig van schapen, geiten en kamelen. Veel van de geproduceerde melk gaat echter nog niet naar zuivelverwerkers. Wel is ook hier een stijgende trend zichtbaar. Werd er in 2012 nog 
688 miljoen liter rauwe melk gecollecteerd, in 2014 lag dit op 900 miljoen liter.

Vraag naar melkpoeder blijft groot

Desalniettemin is de vraag naar melkpoeder nog altijd groot. Afgelopen vijf jaar importeerde de Algerijnse overheid gemiddeld zo’n 300 miljoen ton aan melkpoeder per jaar ter waarde van ruim €1 miljard.

Veel van dit melkpoeder wordt verwerkt tot 24 uur houdbare consumptiemelk. De gesubsidieerde melk wordt voor een door de overheid vastgestelde prijs van omgerekend zo’n €0,22 per 
liter verkocht. Staatsbedrijf 
Giplait heeft in deze categorie een marktaandeel van 60%. Private zuivelondernemingen richten zich om deze reden op de productie van zuivelproducten met toegevoegde waarde als yoghurt, boter en kaas.

Belangrijkste landen van herkomst voor melkpoeder

Algerije importeerde in de eerste zeven maanden van 2015 233.375 ton aan melkpoeder. Dat is 7% minder dan dezelfde periode een jaar eerder. Belangrijkste landen van herkomst voor niet-volmelkpoeder waren in 2014 Frankrijk (26%), Polen 
(24%), en voor vol-melkpoeder Nieuw-Zeeland (29%) en Argentinië (26%). Nederland is wat betreft niet-volmelkpoeder goed voor 15% en voor volmelkpoeder 5%.