<em>Foto's: Fotopersbureau Dijkstra</em> RundveeAchtergrond

Tweedehands robot in trek door crisis en bedrijfsgroei

Tweedehands-markt robots groeit, door bedrijfs-uitbreiding en door de crisis. Ook de kleinere merken doen nu mee. Prijzen veranderen amper.

De tweedehandsmarkt van melkrobots groeit. De groei is een logische zaak, nu de eerste robots op de markt ouder worden. Door Boerderij bij een belronde geraadpleegde verkopers/managers van melkrobotproducenten bevestigen dit.

Er zijn meer redenen voor de groeiende tweedehandsrobotmarkt. Veehouders krijgen moeilijker een financiering, dus is tweedehands aantrekkelijk. Na inruil tegen €20.000 tot €40.000 en een revisie van €20.000 tot €30.000 komen éénboxsystemen weer voor €50.000 tot €75.000 op de markt. Afhankelijk van bouwjaar, staat en uitvoering natuurlijk.

Daarbij: is er al een robot van een bepaald bouwjaar en type en moet er een tweede of derde bij komen, dan is een zelfde tweedehands kopen makkelijker dan één robot inruilen voor twee nieuwe.

Taurus

Vooral bij marktleider Lely, met ruim 100 tweedehands robots per jaar, speelt deze ontwikkeling. Lely is de enige die echt van model wisselde met de A2, A3 en A4. Die kunnen naast elkaar draaien in hetzelfde managementsysteem, maar omdat de bediening verschilt is dat niet handig. Lely zet die gereviseerde en up-to-date gebrachte tweedehands robots af onder de toevoeging Taurus. Lely ziet daar groei. “Vooral bij de A3 is de vraag groter dan het aanbod. Je ziet bedrijven met twee A3’s een derde A3 Taurus kopen”, weet Norbert van Hemert van Lely.

Diverse melkrobotmerken hebben een afzonderlijke revisiestraat, waar oudere robots worden voorzien van nieuwe onderdelen en de laatste opties. Iedereen, behalve GEA (dat de Titan-robots uit de markt haalt), heeft meer handel in tweedehands. Prijzen blijven veelal gelijk.

Diverse melkrobotmerken hebben een afzonderlijke revisiestraat, waar oudere robots worden voorzien van nieuwe onderdelen en de laatste opties. Iedereen, behalve GEA (dat de Titan-robots uit de markt haalt), heeft meer handel in tweedehands. Prijzen blijven veelal gelijk.

 

Waren er eerder vooral A2’s als Taurus, nu zijn het net zo vaak A3’s en soms een A3 Next. Eén keer kreeg een A4 het Taurus-label. Dit was echter een beursmodel, ze zijn verder nog niet verkrijgbaar.

Ook in Canada en de Verenigde Staten denkt Lely een Taurus-afdeling op te zetten. De oudere A2-robots zijn bij Lely te voorzien van opties uit de A3-tijd, zoals stoomreiniging, melkseparatiebakken of een derde voersoort.

Oud krijgt alle updates van nieuw

De andere merken promoten de tweedehands minder actief, maar ook zij hebben meer handel dan voorheen. Delaval schat 30 tot 40 tweedehands VMS’en per jaar. “Elke werkende VMS is van de laatste hardware, software en opties te voorzien. Zo kunnen robots van verschillende bouwjaren naast elkaar melken. Reden voor inruil is er dus niet snel”, zegt Erik Pel van DeLaval. “Alleen de box zelf is in 2007 veranderd, herkenbaar aan de blauwe bovenrand.” Ook DeLaval heeft een aparte revisiehal, waar ingeruilde robots volledig gereviseerd worden en met garantie naar de volgende gebruiker gaan.

Andere merken doen ook mee

Opvallend is dat nu ook de overige kleinere merken goed meedoen in de tweedehandsmarkt. SAC heeft een revisiestraat voor gemiddeld zo’n vijftien robots per jaar. Na de eerste Galaxy-robots in 2006 volgde in ’09 de Mark II, daarna de Futureline en anderhalf jaar geleden de Futureline MAX. “Hoewel nog klein, zie je de markt wel groeien. De inruilwaarde wordt door de marktomstandigheden iets hoger en revisie kost minder door meer ervaring en meer aantallen”, vertelt Ruud Schlenter van SAC.

‘Een gereviseerde robotkop is verkrijgbaar voor €3.500, in plaats van €8.000 voor een nieuwe’

SAC assisteert ook als de handel direct van boer op boer loopt. Dat kan omdat software van oude robots is te updaten. De robot wordt verplaatst en ter plekke nagekeken. Daarbij heeft SAC net als andere merken een ruilprogramma voor duurdere onderdelen. “Zo is een gereviseerde robotkop verkrijgbaar voor €3.500, in plaats van €8.000 voor een nieuwe.”

Bouwjaar tweedehands melkrobots wisselt sterk

Rik Schoenmaker van Fullwood ziet dezelfde tendens; het bouwjaar van tweedehands melkrobots wisselt sterk. “Het gros van de updates is te installeren, zoals software en Cristalab-melkanalyse. De RT-arm installeren we bijna standaard bij een revisie. Veel is echter bij de eerste gebruiker zelf door de jaren heen al geüpdatet.”

Fullwood onderscheidt de eerste Merlins, de blauwe Merlin uit 2000, de rvs-uitvoering (’01), model ’07, de Merlin 225 (’09) en de Merlin+ van ’12. De verschillende robots kunnen ook bij Fullwood naast elkaar draaien op hetzelfde bedrijf. Vooral de blauwe en rvs-uitvoering zijn tweedehands voorhanden. Uitwisseling van tweedehands gaat bij alle merken door heel Europa heen. Inruil van een ander merk wordt niet gereviseerd.

Tweedehands robot in trek door crisis en bedrijfsgroei


GEA neemt Prolion uit de markt

De enige partij die niets in tweedehands doet, is GEA. “Wij besloten in 2012 alle oranje RMS Titan-robots uit de markt te nemen bij inruil”, aldus Harm Ypma van GEA. “Wij bieden een nette inruilprijs bij aankoop van een melkstal of MIone-robot, maar wij reviseren de Titan niet opnieuw.”

Wellicht is dit laatste goed nieuws voor Titan-melkers die eerder weinig voor hun oude robot kregen. Je moet dan wel bij de overname door GEA een onderhoudscontract met hen hebben gesloten. Ypma zegt in korte tijd een flink marktaandeel te hebben, en verwacht dat er over enkele jaren wel tweedehands MIone’s zijn.

Het hele artikel is te lezen in Boerderij Rundveehouderij 37 van 11 juni 2014.

Beheer
WP Admin