RundveeAchtergrond

Benut het bruine goud maximaal

De Kringloopwijzer toont een grote spreiding in bodembenutting aan tussen melkveehouders. Melkers van Morgen biedt inzicht in de materie.

Melkveehouders staat een grote uitdaging te wachten. Naar verwachting gaat de sector zo’n 2 miljard kilo melk meer produceren. Dat betekent dat de voerproductie per hectare omhoog moet bij strengere gebruiksnormen. Melkers van Morgen speelt hierop in tijdens de open dag (zie kader).



Kringloopwijzer

Een van de manieren om inzicht te krijgen in de benutting van mineralen op het bedrijf is de Kringloopwijzer. De benutting die we op dierniveau realiseren is al vrij goed, en er zit ook niet veel spreiding in, ervaart Zwier van der Vegte, bedrijfsleider van proefboerderij De Marke in Hengelo (Gld.).

Een ding is zeker. Voor wie straks meer melk per hectare wil of moet produceren, wordt de bodem een stuk belangrijker dan deze tot nu toe is geweest. Het gaat er daarbij om hoeveel melk je kunt produceren zonder voer aan te kopen en zonder mest af te zetten. “In dat kader moet je wel de mogelijkheden van je bodem in acht nemen”, vindt Johan Temmink van ForFarmers. Wie op schrale zandgrond werkt zal minder droge stof van een hectare kunnen halen dan collega’s die boeren op goede kleigrond. Maar door optimalisatie is het wel mogelijk om binnen de mogelijkheden van je grond de productie te verhogen.

“Via de Kringloopwijzer krijgen we nu steeds meer informatie beschikbaar over het functioneren van de bodem”, ervaart Van der Vegte. Binnen Koeien & Kansen blijkt dat de intensiefste bedrijven de hoogste benutting halen. Dat komt mede omdat ze met aankoop van voeders het aanwezige ruwvoer kunnen corrigeren.



Benut mest

Van der Vegte stelt dat een koe 100 procent efficiënt is. “Van 100 kilo stikstof stopt een koe pakweg 26 procent in melk en vlees. De rest zit in mest en urine. Aan de boer de taak om dat bruine goud met zo weinig mogelijk verliezen te benutten.”

Hij vergelijkt mest met euro’s. Je kunt het maar één keer inzetten. Hoe maak ik daar maximaal voer van, en vervolgens: hoe maakt de koe daar maximaal melk van? Van der Vegte: “Nu is het vaak zo dat we de koeien voeren en de mest daarvan inzetten op het gras en de mais. Dan oogsten we daar product van, en dat voeren we dan maar.”

Temmink vult aan: “Wie maakt er nog een voerbalans, wie weet wat hij nodig heeft?” Zeker nu er nog meer beperkingen worden opgelegd. Want inmiddels is de derogatie verlaagd van 250 naar 230 kilo stikstof uit dierlijke mest per hectare. Aankoop van fosfaatkunstmest kan niet meer op derogatiebedrijven.

Dat laatste vinden beide mannen overigens niet reëel; ze vinden dat je veehouders niet mag korten, aangezien er altijd onvermijdbare verliezen kunnen optreden. Door de aanpassing naar minimaal 80 procent grasland wordt de opbrengst per perceel grasland dus nog 
belangrijker.



Leer bodem kennen

Hoe dan ook, veehouders zullen hun grasteelt akkerbouwmatiger moeten benaderen. “Leer je grond echt kennen, en dan ook per perceel. En bemést dan ook per perceel”, zegt Temmink. Daarbij moet je onderscheid maken in verschil in vroegheid, organische stof, stikstofleverend vermogen, of de aanwezigheid van klaver als stikstofbron. Dat besef begint wel te komen. Vroeger strooide iedereen alles met KAS, tegenwoordig gebruiken veehouders steeds meer ammoniumhoudende meststoffen in het voorjaar. Omdat ze weten dat de benutting van deze stikstofsoort dan hoger is.

Temmink: “Toch is er nog veel te winnen. Voor 1 februari maken we de bemestingsplannen rond. Maar dat is vaak op bedrijfsniveau, zodat bekend is hoeveel stikstof een veehouder mag kopen. Maar wie maakt er nog een perceelsgericht bemestingsplan zoals we vroeger deden in het bemestingsadviesplan of met programma’s als Nutrinorm?”

Van der Vegte vult aan: “Je moet naar een advies per perceel. Begin eens met de maispercelen. Die oogst je maar één keer. Wat verwacht ik aan opbrengst? Wat is optimaal, en hoeveel moet ik daarvoor bemesten? Méét de opbrengst, en vergelijk die met de verwachtingen vooraf. Heb ik die gehaald, waarom wel of waarom niet? Wat moet ik aanpassen om dat te verbeteren? Als je er zo ingaat, ben ik ervan overtuigd dat door deze focus verbetering op perceelsniveau mogelijk is, en uiteindelijk ook op bedrijfsniveau.”

Een van de manieren om je grond te 
leren kennen, is door zelf een bodemtest uit te voeren. Op www.mijnbodemconditie.nl is een invullijst beschikbaar waarmee veehouders inzicht in de bodem krijgen. Van der Vegte begrijpt dat het invullen van zulke lijsten voor alle percelen een flinke kluif is. “Maar neem eens twee percelen. Begin er eens aan, dat komt de interesse in de rest vanzelf.”

Lees meer over het stikstofbeleid

Beheer
WP Admin