Utrecht/Brussel - Nederland moet strenger zijn bij het gebruik van een aantal antibiotica in de melkveehouderij. Ook moet bij afwijkende uitslagen sneller vervolgonderzoek worden afgerond.
Dit zijn enkele van de aanbevelingen die het Europese bureau voor voedsel en veterinaire aangelegenheiden FVO doet naar aanleiding van een onderzoek in de Nederlandse veehouderij.
De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) heeft naar aanleiding van de bevindingen van het FVO opdracht gegeven aan het Rikilt in Wageningen om haar opdrachten sneller af te ronden. Niet meer maximaal drie maanden, maar maximaal een maand is voortaan de norm bij het hertesten van melk- en vleesmonsters op bepaalde antibiotica en verboden groeibevorderaars. Genoemd worden onder meer flumequine, colistine, avermectine en chlooramfenicol.
Het Rikilt functioneert in de melkveehouderij als controleur op het werk van met name Qlip en voert bij afwijkende monsteruitslagen de hercontroles uit.
In de vleeskalverhouderij mogen controleurs van de NVWA voortaan minder urine- en haarmonsters van vleeskalveren bundelen. De inspecteurs mogen dus niet meer zo vaak meerdere bedrijven meepakken tijdens één controlebeurt. Daarnaast moeten afwijkende residumonsters ook in deze sector sneller worden gehertest. In de praktijk is dat ook weer een opdracht aan het Rikilt, omdat deze de productanalyses uitvoert voor de kalversector.
Het FVO benadrukt het belang van snelle hertesten, omdat langer wachten het meestal niet eenvoudiger maakt om normoverschrijdingen of simpelweg de aanwezigheid van bepaalde stoffen, zoals boldenon en nortestoron, aan te tonen.
Eén reactie
Reageren? Login hier
Of registreer je om te kunnen reageren.