De aanvoerdatum, het aantal dieren en de diercategorie vormen de grondslag voor de DGF-heffing. Foto: Bert Jansen PluimveeNieuws

Boerderij presenteert rekenmodule DGF-heffing

Boerderij heeft een rekenmodule ontwikkeld die pluimveehouders kunnen gebruiken om inzicht te krijgen in de berekening van de heffing Diergezondheidsfonds 2015.

Sinds het opheffen van de productschappen is de DGF-heffing overgegaan naar het ministerie van Economische Zaken. Die heeft daarvoor een nieuwe systematiek/berekeningswijze opgesteld. De DGF-heffing wordt niet langer meer geïnd per opzet, maar – door uitvoeringsorganisatie RVO.nl – in 2 fasen, net zoals bij de Belastingdienst, met een voorlopige en een definitieve beschikking. De Beschikking definitieve heffing Diergezondheidsfonds Pluimvee 2015 is begin augustus verstuurd. Pluimveehouders kunnen tot 6 weken na de verzenddatum van de beschikking ertegen bezwaar maken.

DGF-heffing

Ten tijde van het Productschap voor Pluimvee en Eieren (PPE) kreeg een pluimveehouder na en per opzet van een koppel pluimvee een factuur voor heffing voor dat koppel. Nu de DGF-heffing bij EZ zit wordt èn in één keer geïnd wordt, is de te betalen heffing op een andere wijze berekend. Allereerst wordt het gemiddeld aantal dieren berekend dat op een bedrijf is gehouden in een kalenderjaar. Basis daarvoor vormen de aantallen en de data waarop de dieren op een bedrijf zijn aangevoerd. Die haalt RVO.nl uit KIP, het I&R-systeem van de pluimveesector. Bij het berekenen van dat gemiddeld aantal dieren wordt gewerkt met een omloopsnelheid per diercategorie. De heffing wordt berekend door het gemiddeld aantal dieren te vermenigvuldigen met een tarief dat hoort bij de diercategorie.

Al met al zijn veel gegevens nodig om na te rekenen of het heffingsbedrag klopt. De rekenmodule van Boerderij is daarbij een hulpmiddel voor de pluimveehouders.

Beheer
WP Admin