Kuikens krijgen gewoonlijk voor het eerst water en voer na aankomst in de stal. Foto: Hans Prinsen PluimveeNieuws

Ministerie moet kuikenbroederijen onderzoeken

Staatssecretaris van Economische Zaken Martijn van Dam moet opnieuw onderzoek doen bij kuikenbroederijen naar het verstrekken van water en voer. Bovendien moet het ministerie kritiek van Wakker Dier op een rapport van universiteit Wageningen UR voorleggen aan de onderzoekers die een rapport hebben opgesteld over kuikens die 72 uur op hun dooierrest kunnen teren. Dat heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) besloten.

Wakker Dier vroeg het ministerie in 2013 handhavend op te treden tegen kuikenbroederijen wanneer zij geen drinkwater en voer verstrekken aan kuikens, onmiddellijk nadat deze uit het ei zijn gekomen. Hiermee zouden de broederijen het Besluit welzijn productiedieren, de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de Wet dieren overtreden, volgens de dierenwelzijnsorganisatie. Het ministerie weigerde dit, omdat het niet verstrekken van water en voer volgens hen niet in strijd was met de wetgeving, mits kuikens binnen 72 uur na uitkomst in de opfokstal zitten. De NVWA deed onderzoek bij drie Nederlandse broederijen en vond hier geen overtredingen.

Direct water en voer beschikbaar

Het ministerie baseert deze 72 uur waarin een kuiken op de dooierrest zou kunnen teren op onderzoek van Wageningen UR. Volgens Wakker Dier wordt hierin echter geen rekening gehouden met studies die juist concluderen dat het voor een gezond kuikens essentieel is om na uitkomst direct over water en voer te kunnen beschikken. Het CBb wil dat de staatssecretaris de kritiek van Wakker Dier aan de onderzoekers voorlegt.

Wakker Dier was daarnaast kritisch over het NVWA-onderzoek bij de broederijen. Op één van de broederijen waren geen kuikens aanwezig tijdens het bezoek, waardoor het volgens de organisatie onmogelijk is geweest een oordeel te kunnen vormen over het welzijn van kuikens in de broederij.

Nieuw besluit nodig

Het CBb is het daarmee eens en zegt dat hierdoor geen zinvolle controle op de broederij heeft kunnen plaatsvinden. Het orgaan verwerpt het besluit van de staatssecretaris om niet te handhaven bij de broederijen en zegt dat de staatssecretaris een nieuw besluit over het handhavingsverzoek van Wakker Dier moet nemen, waarin een gemotiveerde reactie van Wageningen UR op de door Wakker Dier aangeleverde informatie moet worden meegewogen, alsmede nader onderzoek op de broederijen.

Daarnaast geeft het CBb Van Dam ‘ter overweging’ mee om de Wageningse onderzoekers ook te vragen hoe lang kuikens na uitkomst volgens de recente gangbare wetenschappelijke inzichten uitsluitend kunnen teren op de reserves uit hun dooierzak. Het college betwijfelt of de genoemde 72 uur wettelijk is vastgelegd en noemt de maximale termijn waarbinnen het onthouden van voedsel en water mogelijk zou zijn, zonder dat daarbij kuikens de nodige verzorging wordt onthouden, onderdeel van het geschil.

Beheer
WP Admin