PluimveeNieuws

Opnieuw H5N8 gevonden bij smient

Den Haag – In een mestmonster van een smient is eind maart opnieuw hoogpathogene H5N8 aangetroffen. Dat schrijft staatssecretaris Sharon Dijksma in een Kamerbrief.

Het monster was op 25 februari 2015 verzameld, en bleek afgelopen maand positief te testen op vogelgriep. In november 2014 raakten vijf pluimveebedrijven besmet met hoogpathogene H5N8. Daarnaast werd het virus afgelopen najaar ook al in de uitwerpselen van twee smienten ontdekt, waarmee dit de derde met hoogpathogene H5N8-besmette smient is die in Nederland is gevonden. De smienten overwinteren in Nederland en trekken komende maand weer weg, zo schrijft Dijksma in haar brief.

De smientenpoep werd bemonsterd in het kader van extra H5N8-monitoring, die nog altijd gaande is, zegt viroloog Ron Fouchier van het Erasmus Medisch Centrum. Momenteel loopt zowel de reguliere AI-monitoring en wordt daarnaast extra gemonitord op H5N8 door Sovon Vogelonderzoek Nederland en het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW). Het monster is genomen in Ilpendam, nabij Purmerend.

Dat het monster al op 25 februari verzameld was, maar pas eind vorige maand definitief positief bleek voor HPAI is niet gebruikelijk volgens Fouchier. “Normaal monitoren we real-time”, aldus de viroloog. “Bij deze batch was de timing beroerd, en duurde het langer voor het monster op de juiste plek was, waardoor hij uiteindelijk wat laat getest is.” Het virus dat is aangetroffen is net als in november H5N8, maar bleek na onderzoek inmiddels verder geëvolueerd. “Wat suggereert dat het virus al die tijd bij wilde vogels in Europa heeft gecirculeerd”, geeft Fouchier aan. Inmiddels zijn de meeste smienten volgens de viroloog ‘naar huis om te broeden’, richting het noorden en oosten, met name Rusland.

Toch noemt hij het goed dat pluimveehouders alert blijven. Fouchier: “Het is niet uit te sluiten dat het virus nog bij standvogels zit.” Om hier meer over te weten te komen, wordt er een groot internationaal onderzoek gestart om te kijken hoe wijdverbreid het HPAI-virus voorkwam, bij welke vogelsoorten en in welke mate. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van verzamelde bloedmonsters van wilde vogels. Het onderzoek zal naast Nederland in onder andere Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Italië en de Verenigde Staten worden uitgevoerd. Komende zomer zijn mogelijk al de eerste resultaten bekend.

Eric Hubers, voorzitter van de LTO/NOP, is erg geschrokken door de nieuwste ontdekking. Volgens hem toont de vondst van het virus in het monster aan dat de dreiging van vogelgriep nog net zo groot is als tijdens de uitbraken in november, en dat alle pluimveehouders scherp moeten blijven om nieuwe uitbraken te voorkomen.

Beheer
WP Admin