PluimveeNieuws

‘Eierproductie beperken bij lage prijzen’

Voorthuizen – Bij slechte eierprijzen zouden pluimveehouders kippen eerder moeten laten slachten. Dit bepleitte Servé Hermans, managing director van fokkerij-organisatie ISA, dinsdag- en donderdagavond tijdens studieavonden van AgruniekRijnvallei in Asten en Voorthuizen.

Hermans hield dit pleidooi niet voor het eerst; in mei op de lagelandendag tijdens VIV Europe noemde hij hennen vervroegd slachten al als remedie tegen lage eierprijzen. Minder eieren produceren, dus minder kippen houden.

In een grafiek liet Hermans zien dat de eierprijzen in Nederland tot de laagste binnen Europa behoren. Net onder die in Frankrijk, en maar de helft van wat legpluimveehouders in Oostenrijk voor hun eieren krijgen. En dat allemaal als gevolg van, een slechts geringe, overproductie in de EU. Want volgens inleider van de avonden Jeroen van den Hurk, sector manager pluimveehouderij bij Rabobank Nederland, bedroeg de EU-eierexport van 2010 tot en met 2013 slechts 2,7 procent van de productie.

Voor Hermans zijn de Verenigde Staten een voorbeeld van hoe het zou kunnen (of moeten). Wanneer daar de eierprijzen dalen, gaan de kippen eerder naar de slachterij. En blijft de eierprijs op peil, aldus de ISA-topman. “Als we in heel Europa kippen een week eerder zouden slachten als de eierprijs beneden 6 cent daalt, dan zal de eierprijs niet beneden 6 cent dalen”, zei hij stellig.

De cruciale vraag is hoe dit geregeld te krijgen. Lastig te beantwoorden. Hermans: “We kunnen het hier met elkaar afspreken, maar als we straks naar buiten gaan denken we ʼlaat de buurman het maar doen’.”

En bovendien, als alleen Nederlandse pluimveehouders vervroegd kippen zouden laten slachten, zet dit onvoldoende zoden aan de dijk. Het moet ʼEuropa-breedʼ gebeuren. Zoiets moet kunnen worden ʼafgedwongenʼ via een producentenorganisatie, werd geopperd vanuit de zaal. Via een producentenorganisatie, zoals de varkenshouders die recent hebben opgericht, is productiebeperking te regelen. Ook in Europees verband, want nationale producentenorganisaties kunnen Europees samenwerken. De Nederlandse pluimveesector heeft echter een interbrancheorganisatie opgericht.

Tijdens de bijeenkomst in Voorthuizen werd ook opgemerkt dat de vermarkting van Nederlandse eieren niet goed is. Er zijn teveel aanbieders, concurreren gebeurt veelal op prijs. “Export van bulk is uitzichtloos! Wie gaat de meerprijs realiseren?”, zo vroeg hij zich af.

Hermans ziet kansen voor afzet van Nederlandse eiproducten. Met ʼCage-freeʼ en ʼnon-treatedʼ (onbehandelde snavels) hebben de Nederlandse eierhandelaren en -verwerkers ‘goud in handen’. Dit zouden zij meer moeten inzetten als verkoopargument, meent hij. Ze moeten aankloppen bij grote internationale voedingsbedrijven. Die willen zich onderscheiden en hebben per week tientallen miljoenen eieren nodig. Hij noemde als voorbeeld een voedingsbedrijf in Italië, want in Zuid-Europa zijn geen scharrelkippen en dus geen scharreleieren.

Hermans vindt dat pluimveehouders extra beloond moeten worden voor de meerkosten en hogere risico’s die zij lopen om te voldoen aan maatschappelijke en wettelijke eisen, in het bijzonder het houden van kippen met onbehandelde snavels. Volgens hem is er vooral bij bruine kippen een hoger risico op probleemkoppels wanneer de snavels niet behandeld zijn. Ondanks dat Hendrix Genetics flinke vooruitgang heeft geboekt in het fokken van rustiger hennen.

Beheer
WP Admin