Bijzondere driewieler voor Groningse loonwerker

Meppel (Dr.) – Machinefabriek Hemos ontwierp een bijzondere driewieler. Het bijzondere van deze trike zit ‘m in het contragewicht en de plaats daarvan. De motor fungeert namelijk als tegenwicht en hangt daartoe naast het voorwiel.

Om de breedte tijdens transport binnen 3 meter te houden, loopt het voorwiel op de weg vóór het rechter achterwiel. Een zwenkarm – met twee draaikransen – drukt het voorwiel in het veld naar links en op de weg weer naar rechts. Voor de balans loopt er linksvoor dan een klein transportwiel, dat in het veld hydraulisch wordt geheven om insporing door dat wiel te voorkomen. Het wiel gaat ook tegen dat de machine begint te schommelen, want de drie 1050/50 R38-banden staan op slechts 0,9 bar.

In het veld gedraagt de machine zich als de gebruikelijke driewieler, namelijk met het grote voorwiel midden tussen beide achterwielen. De drie banden hebben dan elk hun eigen spoor. Een nevenvoordeel is dat de zwenkarm ook het contragewicht verder naar buiten brengt, dat zodoende nog meer effect heeft.

Hemos ontwierp de driewieler voor Loonbedrijf Kiel in Wagenborgen (Gn.). Jan Kiel heeft voor zijn werkzaamheden eigenlijk geen zware trekker nodig; alléén voor het slootonderhoud. Dus dat zou ook met een zelfrijder kunnen, als hij er tenminste voldoende uren mee kan maken. Dan moet de machine wel flexibel in te zetten zijn. Kiel vond machinefabriek Hemos in Meppel bereid mee te denken en om een machine te bouwen. Want ze kwamen samen tot de conclusie dat 1.000 draaiuren per jaar wel haalbaar is. Met klepelbakken van 1,5 en 3 meter, een bodemfrees, een wallenfrees, een bosfrees en een maaikorf van 6 meter is een brede inzetbaarheid gewaarborgd. En dan hebben we een extra bomenklemmetje nog niet eens meegerekend. De ervaringen in het eerste jaar zijn goed, zo valt te lezen in de uitgebreide reportage in TREKKER nummer 317.